BELGIË: Overstromingen: hoe efficiënt is ons waterbeleid?

EEN PAAR INSTRUMENTEN IN DE PRAKTIJK

A. Europese overstromingsrichtlijn >>
B. De watertoets >>
C. Rubiconfonds (in Vlaanderen) >>
D. Overstromingsvoorspeller >>
E. Plan P.L.U.I.E.S. (in Wallonië) >>
F. Plan Pluie (in Brussel) >>


A. EUROPESE OVERSTROMINGSRICHTLIJN

De Overstromingsrichtlijn van 2007 vormt een aanvulling op de Europese kaderrichtlijn Water (zie kadertekst). Deze overstromingsrichtlijn is het gevolg van grote overstromingen in Centraal-Europa in 2002 en biedt een kader voor een betere bescherming tegen overstromingen, anticiperend op klimaatverandering. Het doel is het vaststellen van een kader voor de beoordeling en het beheer van overstromingsrisico's om uiteindelijk de negatieve gevolgen van overstromingen voor de mens, het milieu, het culturele erfgoed en de economische bedrijvigheid te beperken.

De overstromingsrichtlijn vraagt de lidstaten te onderzoeken voor welke gebieden er overstromingsgevaar bestaat. Voor deze gebieden moeten overstromingsrisicokaarten en beheerplannen opgesteld worden.
De richtlijn legt geen veiligheidsnormen op, maar reikt wel een aantal principes aan die moeten gehanteerd worden, zoals het niet-afwentelen van verantwoordelijkheden, stroomgebiedaanpak (integrale grensoverschrijdende aanpak en samenwerking waar nodig), risicobenadering (veiligheidsketen), duurzaamheid en publieke participatie.

De Europese kaderrichtlijn Water van 2000 werd opgesteld om een uniform kader voor het waterbeleid in de Europese Unie op te bouwen met als doel de watervoorraden en de waterkwaliteit in Europa veilig te stellen en de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte af te zwakken. Er werd gekozen voor een Europese aanpak omwille van de grensoverschrijdende stroomgebieden. Lees meer in Grenzeloze Schelde Nieuws 35.


In Vlaanderen werd de Europese overstromingsrichtlijn omgezet in Vlaamse wetgeving door een aanpassing aan het decreet Integraal Waterbeleid.
Het Vlaamse decreet Integraal Waterbeleid (DIW) is sinds eind 2003 in werking en is de vertaling van onder meer de Europese kaderichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het DIW heeft verschillende doelstellingen op vlak van waterbeheer in Vlaanderen. Zo streeft het onder meer de bescherming, verbetering en het herstel van oppervlaktewaterlichamen (en hun ecosystemen) na, wil het de waterverontreiniging aan banden leggen, problemen van waterschaarste en wateroverlast inperken, de watervoorraden duurzaam beheren, enz. Dit alles moet bovendien op een geïntegreerde manier gebeuren.
Ook worden in dit decreet de basisprincipes vastgelegd voor het toepassen van de watertoets in Vlaanderen en het Rubiconfonds (zie verder).

Om de overstromingsgebieden in Vlaanderen te raadplegen, klik hier.

Het Waalse Gewest heeft niet op de Overstromingsrichtlijn gewacht om te reageren op de overstromingen. Op 9 januari 2003 werd een actieplan goedgekeurd door de Waalse regering en in werking gesteld in samenwerking met de verschillende betrokken Waalse administraties. Het gaat om het Plan P.L.U.I.E.S. (Prévention et Lutte contre les Inondations et leurs Effets sur les Sinistrés) (zie verder).

Om de overstromingsrisicogebieden in Wallonië te raadplegen, klik hier.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest integreert de preventie van overstromingen door regenval in het ‘Gewestelijk plan voor overstromingsbestrijding / Regenplan 2008 - 2011’. Dit plan schetst de krachtlijnen van een globale en geïntegreerde aanpak van de problematiek van de overstromingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en maakt deel uit van het ontwerp van maatregelenprogramma van het waterbeheerplan van Brussel, voorzien door de Ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, ordonnantie die de ‘Europese kaderrichtlijn Water’ omzet.
Gezien de complexiteit van de problematiek wil het ‘Regenplan’ de krachtlijnen uitzetten van een globale preventieve aanpak, die steunt op structurele, gediversifieerde en gemengde oplossingen (grote infrastructuren, herstel van het netwerk van de oppervlaktewateren, compenserende technieken op diverse schalen).
De doelstellingen van het ontwerp van Regenplan viseren de voornaamste reeds geïdentificeerde oorzaken. Het ontwerp is systematisch afgestemd op maatregelen waarvan verwacht kan worden dat zij die verschijnselen en hun impact kunnen voorkomen.
De preventie moet het mogelijk maken om het aantal en de ernst van de overstromingen door neerslag te verminderen, en de materiële schade en de daaruit voortvloeiende nadelen te verminderen.

top >>

B. DE WATERTOETS


In Vlaanderen moet sinds november 2006 de watertoets toegepast worden voor de meeste stedenbouwkundige aanvragen en ruimtelijke plannen. Deze beoordeling ‘watertoets’ toetst de mogelijke impact voor een nieuw bouwproject op de waterhuishouding (het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur) af. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf - ter advies - opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma.

In de discussie rond de recente overstromingen wordt het onvoldoende functioneren van deze watertoets echter vaak als een van de pijnpunten aangehaald. Hier kan u meer lezen over de werking van de watertoets in Vlaanderen, namelijk:

• Hoe werkt de watertoets?
• Het watertoetsinstrument
• Problematiek en evaluatie watertoets
• Mogelijke oplossingen
• Is er verbetering in zicht?

“In het kader van de verstedelijking wordt er gebouwd op plaatsen die daar niet geschikt voor zijn: dichtbij de waterloop, in holle wegen, in dalen en valleien… In de zomer is het heel idyllisch, maar bij hevige regenval kunnen deze gebieden overstromen omdat ze zich in een rivierbedding bevinden of omdat het plaatsen zijn waarlangs het water passeert”.
Charles Bielders, professor Agrotechniek aan de Université catholique de Louvain (UCL)

“De aanwezigheid van bebouwing onder in de vallei stelt problemen. Wanneer men rivierbeddingen bebouwt, kan men zich uiteraard verwachten aan waterschade”. “Toch blijven sommige gemeenten bebouwing toelaten in overstromingsgebieden. En de activiteiten in risicogebieden worden niet verplaatst.”
Marie Cors, politieke directrice van Inter-Environnement Wallonie

Nochtans “zou de beste preventie erin bestaan geen infrastructuren te bouwen in overstromingsgebieden en degenen die er zich thans bevinden te ontmantelen”.
Charles Bielders

“Een eigenaar die vandaag bouwt in een risicogebied doet dat welbewust, want alle adviezen worden bijeengebracht in de stedenbouwkundige vergunning”, voegt Guy Abrassart, directeur Agrotechniek Henegouwen en lid van de van de ‘Groupement Transversal sur les Inondations (GTI)’, eraan toe.

In Vlaanderen becijferde de Vlaamse Milieumaatschappij dat er 356.699 hectare in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied liggen. Dit is een kwart van Vlaanderen. De effectief gevoelige zones zijn 71.556 hectare groot en daarin liggen 23.700 percelen waar gebouwd mag worden. Je kan dan als overheid drie dingen doen.
Optie een: Op al die percelen bouwen verbieden. Dan moet je de eigenaars vergoeden. Planschade heet dat. Een snelle raming leert dat al die bouwgrond meer dan 10 miljard euro waard is. Een dure grap voor de overheid.
Optie twee: je kunt de gronden ruilen. Een bouwgrond in een gevoelig gebied compenseren met één in een veilige zone. De stad Sint-Truiden heeft dat gedaan.
Optie drie: Of je kunt anders gaan bouwen. Op paalwoningen bijvoorbeeld. Die zijn nog niet ingeburgerd maar perfect mogelijk. Een Colruyt-vestiging naast een beek in Alsemberg heeft het gedaan. Het magazijn bevindt zich op de eerste verdieping, het gelijkvloers tussen de palen is parkeerplaats. Die mag onderlopen zonder veel schade te ondervinden.

De Standaard, 29/04/2011 (Tom Ysebaert)


top >>



C. RUBICONFONDS (IN VLAANDEREN)

Het Rubiconfonds werd opgericht na de hevige overstromingen van 2002. Met het fonds wil de Vlaamse overheid projecten (gedeeltelijk) financieren die dienen om herstellingswerken of preventieve ingrepen uit te voeren in door overstromingen getroffen of bedreigde gebieden. Het fonds verleent financiële steun aan projecten van gemeenten, gemeentelijke bedrijven, intercommunales, provincies, wateringen, enz.
De aard van de projecten is divers: waterkeringswerken, (her)aanleggen of (her)inrichten van overstromingsgebieden en wachtbekkens, het aankopen en onteigenen van gronden voor waterbeheersingsmaatregelen,...
Vaak zijn dit dure projecten voor de gemeenten. Het Rubiconfonds maakt het voor hen beter haalbaar om dergelijke ingrepen uit te voeren.

Het fonds krijgt zijn inkomsten onder meer uit planbatenheffing voor bestemmingswijzigingen naar bedrijvenzones en uit eventuele dotaties van de Vlaamse Regering.
Omdat de eerste werkingsjaren nog nauwelijks inkomsten kwamen van de planbatenheffing, was het fonds vrijwel volledig afhankelijk van de investeringen van de Vlaamse Regering. In 2009 werd 2,4 miljoen euro vrijgemaakt en dienden 7 gemeentes, 3 provincies, 1 intercommunale en 1 ruilverkavelingscomité een subsidieaanvraag in. De 7 meest relevante projecten werden voor 50% gesubsidieerd.

Ten gevolge van de crisis heeft het Rubiconfonds een veel beperkter budget gekregen voor 2010. Hierdoor dreigden verschillende projecten van de gemeentes vooruit geschoven te worden omwille van mogelijk geldgebrek. Dit mag in de toekomst niet meer gebeuren, omdat de projecten die in het verleden via het Rubiconfonds zijn gefinancierd hun nu al hebben bewezen, mede door de goede terreinkennis van de lokale initiatiefnemers (bv. de waterbeheersing werken (bufferbekken, dijken, knijpconstructies,…) aan de Spanjaardbeek te Kortemark door de provincie West-Vlaanderen in samenwerking met de gemeente Kortemark helpen de ganse omgeving te vrijwaren van overstromingen).

Bron: http://www.ciw.vlaanderen.be/subsidies

top >>



D. OVERSTROMINGSVOORSPELLER

In Vlaanderen

Na de wateroverlast van juli 2005 in West-Vlaanderen vroeg de Vlaamse regering om versneld werk te maken van de verdere ontwikkeling van een voorspellings- en waarschuwingssysteem. Naast een blijvende focus op structurele inspanningen om overstromingen te vermijden, zoals hemelwaterinfiltratie, overstromingsgebieden,...

Daarom werkt de Vlaamse overheid hard aan een set van overstromingsvoorspellers: elk rivierbekken krijgt er een. Op basis van waterstanden en weersvoorspellingen berekent het model of er overstromingen dreigen en welke wijken, straten en huizen met wateroverlast zullen te kampen krijgen. Met deze informatie kunnen de hulpdiensten preventief optreden en bewoners tijdig verwittigen. Op die manier kan heel wat schade vermeden worden. Overstromingen die veroorzaakt worden door het rioolstelsel kunnen niet voorspeld worden.
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) concentreert zich op de onbevaarbare waterlopen, voor de bevaarbare waterlopen werkt het departement Mobiliteit en Openbare Werken aan een gelijkaardig waarschuwingssysteem. Lees meer in Grenzeloze Schelde Nieuws 49.

www.overstromingsvoorspeller.be

Deze voorspeller van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voorspelt hoge waterstanden op de onbevaarbare waterlopen.
De overzichtskaart maakt meteen duidelijk of en waar zich problemen kunnen voordoen. Bijkomend worden voorspellingen van de waterstanden getoond en wordt zicht gegeven op de gevallen en voorspelde neerslaghoeveelheden.
De VMM volgt de evoluties op en beslist over dringende waterbeheersingsmaatregelen, zoals het openen van overstorten naar overstromingsgebieden. Vaak gebeurt dit reeds geautomatiseerd. De overstromingsvoorspeller is vooral bedoeld voor de verschillende waterbeheerders en hulpdiensten, maar kan door zijn relatieve eenvoud ook door particulieren gebruikt worden om na te gaan of men in een risicogebied woont.

Alarm? De overstromingsvoorspeller van VMM onderscheidt drie toestanden: de basistoestand, de waaktoestand (als er overstromingen dreigen) en de alarmtoestand (als er huizen bedreigd zijn). Als de toestand verandert, worden de VMM-medewerkers van wacht gealarmeerd. Vanaf de waaktoestand worden de gegevens ook frequenter geactualiseerd. Van zodra de overstromingsvoorspeller kritieke overstromingen signaleert, brengt de VMM de waterbeheerders en de hulp- en crisisdiensten op de hoogte. Dit laat de brandweer toe proactief op te treden door bijvoorbeeld de mensen te informeren, zandzakjes te verdelen of ondergrondse garages leeg te maken.

Naast bovenstaande gegevens zijn ook verschillende watertoetskaarten (recente overstroomde, mogelijk overstromingsgevoelige gebieden, ed.) beschikbaar, evenals voorspellingskaarten die een beeld geven tot op huisniveau tot waar verwacht wordt dat het water zal komen. Deze kaarten, die gebaseerd zijn op resultaten van de modelleringen van de waterbekkens, zijn echter nog niet voor gans Vlaanderen beschikbaar (nu reeds voor vier bekkens). Het is de bedoeling dat de overstromingsvoorspeller voor gans Vlaanderen tot op huisniveau zal voorspellingen kunnen doen vanaf eind 2011
(bron: interview met Mie Van den Kerckhove, (ex-)VMM-woordvoerster, op Reyers Laat op 15/11/2010).

www.waterstanden.be

Voor de bevaarbare waterlopen in Vlaanderen biedt het Hydrologisch InformatieCentrum (HIC) van het Waterbouwkundig Laboratorium een soortgelijk instrument aan. Via computermodellen kan het HIC een simulatie maken van het afstromingsgedrag van alle bevaarbare waterlopen en zo een inschatting maken van de impact van mogelijke overstromingen. Tot drie keer per dag worden de waterpeilen en debieten voor de volgende 48 uur berekend. Op de website van het HIC kan men doorklikken naar kaarten aangereikt per bekken, waarop aangegeven wordt of er voor een bepaald meetpunt een normaal peil, een waakpeil of een alarmpeil wordt verwacht.

Verspreide informatie

In een interview met het magazine Knack op 24 november 2010 vertelt Patrick Meire, hoogleraar integraal waterbeheer aan de Universiteit Antwerpen, dat er vier websites zijn die men bij overstromingen in Vlaanderen moet raadplegen. Naast de twee bovengenoemde overstromingsvoorspellers moet je ook de weersvoorspeller van het KMI en de buienradar bekijken om een goed beeld te krijgen van wat aan mogelijke wateroverlast kan verwacht worden.
Ook op de website van het Agentschap Maritieme Dienstverleningen Kust, afdeling Kust, kan je onder andere waarschuwingen terugvinden wanneer gevaarlijk hoge waterpeilen worden bereikt en er risico bestaat dat de dijken gaan overstromen. De uiteindelijke verwittiging gebeurt via doorklikken op de website van het kustweerbericht.
Volgens een citaat in datzelfde artikel slaagt men er niet in om een uniform systeem op een website onder te brengen. Er zou hoogstens sprake zijn van een portaalsite vanwaar je naar de aparte sites kan doorklikken.
De verschillende voorspellers passen verschillende methodieken toe, wat integratie van de systemen extra bemoeilijkt en ervoor zorgt dat de overstromingsproblematiek voor de bevaarbare en onbevaarbare waterlopen nog te vaak apart bekeken wordt. Dit heeft deels te maken met de versnipperde bevoegdheden en verantwoordelijkheden op ministerieel vlak. Het is duidelijk dat er nog steeds nood is aan een meer integrale aanpak op vlak van waterbeheer, en dus ook bij het voorspellen van de overstromingen.

Bron: 'Los de machtspelletjes op, en we kunnen de waterproblemen aanpakken' in Knack op 24/11/2010.

Intussen werd groen licht gegeven voor het ontwikkelen van een portaalsite voor beide overstromingsvoorspellers. Zo zullen de voorspellingen voor alle waterlopen (bevaarbaar en onbevaarbaar) via één kanaal geraadpleegd kunnen worden. De portaalsite zal eind 2011 online zijn. De portaalsite is in eerste instantie bedoeld voor de burger. Op de site zal een overzichtskaart geraadpleegd kunnen worden met de gemeten en/of voorspelde overstromingsstatus voor alle meetpunten op de onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. Door te klikken op een meetpunt wordt automatisch doorgelinkt naar de onderliggende websites. De bezoeker zal gericht kunnen zoeken op gemeente, waterloop of adres.
Daarnaast wordt gewerkt aan een afgeschermd informatiesysteem met gespecialiseerde informatie voor de waterbeheerders en de hulpdiensten. Zo draagt de nog te ontwikkelen portaalsite bij tot een optimalere waarschuwing voor overstromingen.

Bron: nieuwsbrief van de CIW (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid), jaargang 8, nummer 2, april 2011

In Wallonië

Infocreu

De toestand van de waterlopen in Wallonië kan gevolgd worden op de website van de Algemene operationele directie van de Mobiliteit en de Waterwegen (Direction générale opérationnelle de la Mobilité et des Voies hydrauliques), INFOCRUE.

top >>



E. PLAN P.L.U.I.E.S. (IN WALLONIË
)

Het Plan P.L.U.I.E.S. (Prévention et Lutte contre les Inondations et leurs Effets sur les Sinistrés) is een integraal en coherent plan op het niveau van elk hydrografisch bekken. Het omvat een bundel van 30 maatregelen die moeten genomen worden om het risico op schade te beperken. Eén van de eerste acties bestaat erin de overstromingsgebieden in kaart te brengen. Andere voorbeelden van acties zijn het vastleggen van stedenbouwkundige voorschriften, het promoten van kleinschalige landschapselementen (hagen, akkerranden…), het oordeelkundig onderhoud van de rivieren, het uitvoeren van lokale beschermingsmaatregelen of nog een betere aankondiging van de overstromingen.
Volgens de studiedienst Sethy (Service d'études hydrologiques de la région Wallonne: Dienst voor hydrologische studies van het Waals Gewest) zouden wij “zonder deze acties geconfronteerd zijn geweest met veel meer situaties zoals degene die zich voordeed in het Zennebekken. Met het ‘Plan P.L.U.I.E.S.’ kunnen we dus het hoofd bieden aan normale overstromingen en materiële schade aan eigendommen voorkomen.”


top >>



F. PLAN PLUIE (IN BRUSSEL)


Hierna volgt een samenvattende tabel van het Brusselse Regenplan (‘Plan PLUIE’):

Oorzaken Doelstellingen en belangrijkste actiepijlers
Neerslag Actie ondernemen tegen de opwarming van de aarde
Ondoorlatendheid van de bodem De gevolgen bestrijden van de ondoorlatendheid van de bodem:
- Verminderen van de ondoorlatendheid of van zijn impact op de afvloeiing van het regenwater
- De bevolking vormen en informeren m.b.t. de ondoorlatendheid van de bodem
Onaangepast of verouderd rioleringsnet Het grijze netwerk:
- Het programma van de stormbekkens voortzetten
- Het investeringsprogramma actualiseren
- Het rioleringsnet herstellen
Verdwijning van de natuurlijke overstromingsgebieden en bebouwing in de risicozones Het blauwe netwerk:
- Het oppervlaktewaternetwerk herstellen
- De natuurlijk overstromingsgebieden herstellen
- Het investeringsprogramma actualiseren

De bouw in risicogebieden ontmoedigen of aanpassen:
- Voorkomen dat nog wordt gebouwd in risicozones of de bebouwing aanpassen door specifieke maatregelen

top >>

Terug naar de inhoudsopgave >>

 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>