DE WATERTOETS

Sinds november 2006 moet de watertoets toegepast worden voor de meeste stedenbouwkundige aanvragen en ruimtelijke plannen. Deze beoordeling toetst de mogelijke impact elke voor een nieuw bouwproject moet afgetoetst worden aan op de waterhuishouding (oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur). Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf - ter advies - opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma.

In de discussie rond de recente overstromingen wordt het slecht functioneren van deze watertoets echter vaak als een van de pijnpunten aangehaald. Hieronder kan u meer lezen over de werking van de watertoets.


Hoe werkt de watertoets?

Wanneer iemand een vergunningsaanvraag indient of een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakt, moet het dossier voor goedkeuring steeds aan de watertoets onderworpen worden. Aan de hand van de watertoets wordt aangetoond of het project al dan niet een impact heeft op de waterhuishouding. Deze impact kan verschillende vormen aannemen:

  • Het project kan ervoor zorgen dat een betekenisvolle oppervlakte niet langer dienst kan doen voor natuurlijke waterberging;
  • Het project kan het infiltreren van regenwater in de grond in belangrijke mate beïnvloeden, bijvoorbeeld door de aanleg van een grote verharde oppervlakte;
  • Het project kan ervoor zorgen dat de afvoer van het grondwater wordt beïnvloed bijvoorbeeld doordat een diepe of grote fundering in de weg staat van de grondwaterstroming;
Wanneer uit de watertoets blijkt dat het voorgestelde project één (of meerdere) van die negatieve effecten kan veroorzaken, dan moet men op zoek gaan naar alternatieven of compenserende maatregelen. Zo kan de beslissende overheid, meestal de gemeente, bebouwingsvoorwaarden opleggen om de mogelijke schade te vermijden: beperking van de bebouwde oppervlakte, het voorzien van waterdoorlatende verhardingen, het verplicht aanleggen van een bufferbekken,…. Als er geen mogelijkheid bestaat om de negatieve effecten op de waterhuishouding te vermijden of te compenseren, dan moet de vergunningsaanvraag of het planvoorstel geweigerd worden.

Werken met het watertoetsinstrument

Voor het uitvoeren van de watertoets werd een internettoepassing ontwikkeld, beschikbaar op www.watertoets.be. Het instrument is bedoeld als kapstok om de aangeboden richtlijnen voor de toepassing van de watertoets op een stapsgewijze en overzichtelijke manier toe te passen. In het instrument moeten een aantal concrete vragen worden beantwoord over het project met betrekking tot de locatie van het project en de aard en oppervlakte van de bebouwing. Op basis van de adresgegevens (of kadastrale gegevens) wordt nagegaan waar het project ligt ten opzichte van de naburige waterlopen. Zo kan de ligging ten opzichte van de verschillende watertoetskaarten (zie kadertekst) nagegaan worden en kan worden achterhaald welke waterbeheerder om advies moet gevraagd worden. Wanneer in het project effectief bebouwingen, verhardingen of reliëfwijzigingen worden uitgevoerd, vraagt het watertoetsinstrument om de precieze afmetingen en dimensies ervan in te voeren, zodat de omvang van de impact kan berekend worden.

De ligging en de omvang van het project bepalen dan in grote mate de uitkomst van de watertoets. Wanneer alle stappen van het instrument zijn doorlopen, is het resultaat een rapport dat, indien nodig, op 13 verschillende watergerelateerde onderdelen aanbevelingen geeft.

Watertoetskaarten

Het watertoetsinstrument hanteert 7 kaarten met watergerelateerde informatie:

  • de kaart met de effectieve en mogelijke overstromingsgevoelige gebieden: deze kaart geeft aan dat een bepaald gebied kan overstromen. Afhankelijk van de kans op overstroming (berekend via modellering) wordt het onderscheid tussen ‘mogelijk’ en ‘effectief’ overstromingsgevoelig gemaakt.
  • de kaart met het werkgebied van de waterloopbeheerders, waarop de kleur van de ingetekende waterloop aangeeft welke waterbeheerder instaat voor de betrokken waterloop.
  • de kaart met infiltratiegevoelige bodems: deze kaart geeft aan voor welke gebieden gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond, omdat dit belangrijk is om de oppervlakkige afstroming en de kans op wateroverlast te beperken en in te staan voor de aanvulling van de grondwatervoorraden.
  • de kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden duidt aan op welke plaatsen de grondwatertafel hoog komt, zodat bijkomende bebouwing (met fundering) de grondwaterstroming kan beïnvloeden kan uitoefenen en voor opstuwing van het grondwater met wateroverlast kan zorgen.
  • de winterbedkaart geeft aan waar veranderingen van bodemgebruik (bv. door de aard van de beplanting) kunnen leiden tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied.
  • de hellingenkaart die bepaalt welke gebieden een verhoogd risico hebben om wateroverlast te krijgen door afstroming van water langs de helling
  • de kaart met erosiegevoelige gebieden dient ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of plannen waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd.


Problematiek en evaluatie watertoets

In de huidige discussie rond de watertoets wordt gesteld dat de lokale besturen te weinig belang hechten aan de watertoetsadviezen bij de vergunningverlening. Het gebeurt inderdaad soms dat een vergunning verleend wordt, ondanks een negatief advies van de watertoets. Uit een evaluatie van de watertoets blijkt echter dat de adviezen van de waterbeheerders voor bijna 100% gevolgd worden bij het verlenen van de vergunning.

Toch worden nog steeds vergunningen afgeleverd in watergevoelige gebieden. Dit heeft twee oorzaken:

Enerzijds is het watertoetsinstrument nog niet optimaal uitgebouwd om steeds voldoende strenge maatregelen op te leggen. Zo werden de op het gewestplan ingekleurde woongebieden of industriegebieden systematisch uitgesloten bij de opmaak van de kaart met overstromingsgevoelige gebieden, zodat bij een aanvraag in deze gebieden gemakkelijk een gunstig wateradvies kan bekomen worden, ondanks mogelijke wateroverlast.

Anderzijds is er een probleem met de juridische afdwingbaarheid van de watertoets. Wanneer een perceel effectief als bouwgrond op de markt wordt aangeboden, is het niet evident om een negatieve watertoets door te trekken tot een bouwverbod. Vaak is het watertoetsadvies voorwaardelijk gunstig mits compenserende maatregelen. Een bouwverbod wordt slechts uitzonderlijk opgelegd en dan zijn er nog steeds ‘achterpoortjes’ mogelijk om een bouwverbod te omzeilen via de compenserende maatregelen. Volgens de krant De Morgen (16/11/2010) blijkt uit de evaluatie van de watertoets dat slechts in 9% van de gevallen een ongunstig advies wordt verleend. Bij het merendeel van de aanvragen is het advies gunstig (44%) of gunstig mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan (47%).

Het lokaal bestuur heeft in de meeste gevallen, mede door onvoldoende concrete adviezen en door de constante bebouwingsdruk op de bouwgronden, onvoldoende argumenten om de vergunning te weigeren, dit omdat het watertoetsadvies niet bindend is of omdat de aanvraag door het voorzien van randvoorwaarden wel aan het watertoetsadvies kan voldoen. De ligging van een nieuwbouw in de winterbedding van een rivier heeft bijvoorbeeld geen bouwverbod tot gevolg, maar leidt eerder tot de verplichte aanleg van een greppel of een bufferbekken.

Ook in de bouwsector is er nog een hele weg af te leggen. Heel wat bouwheren zouden een grondige watertoets nog onbelangrijk vinden. Door het voorzien van de technische ingrepen die het meest voor de hand liggen, worden wel plaatselijke oplossingen geboden, maar wordt de impact van bijkomende gebouwen en verhardingen op grotere schaal niet in rekening genomen.

Mogelijke oplossingen?

De beleidsnota van minister Schauvliege vermeldt dat het instrument watertoets geëvalueerd, verbeterd en vereenvoudigd moet worden. Dit wijst alleszins op een bewustwording dat de huidige regelgeving niet toereikend is.

Het watertoetsinstrument moet een sterker instrument worden om de druk op gronden in risicogebieden te verminderen. Als er politieke wil is om de watertoets juridisch afdwingbaar te maken, kan de vergunningverlenende overheid hier gemakkelijker op terugvallen en wordt zij niet opgezadeld met de eindverantwoordelijkheid.

Ook moet veel voorzichtiger omgegaan worden met de waterhuishouding bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en grotere verkavelingsprojecten. Het strenger optreden in nieuwe projecten zal natuurlijk geen oplossing bieden voor reeds bestaande problemen, maar kan wel toekomstige knelpunten vermijden.

De recente gebeurtenissen zijn wel een duidelijk signaal dat een betere onderbouwing van de watertoets in de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening noodzakelijk is én dat een aanpassing van de watertoetskaarten moet overwogen worden. Een negatieve watertoets zou sneller tot een bouwverbod moeten kunnen leiden. Ook als er een (klein) risico op wateroverlast bestaat, moeten er voldoende maatregelen voorzien worden. Ook moet er meer aandacht gaan naar het ophouden van water aan de bron onder andere door het verplicht scheiden van regen- en afvalwater.

Het spreekt voor zich dat er ook een betere afstemming moet zijn tussen de watertoetsadviezen en de uiteindelijke vergunningverlening. Betere ondersteuning van de adviserende instanties naar de vergunningverlenende overheid toe is daarom noodzakelijk. De aangeleverde wateradviezen moeten bovendien voldoende doordacht en concreet zijn en de vergunningverlenende instanties mogen ze niet verkeerd toepassen of uithollen.

Ook de bouwsector zelf moet erop toezien dat de juiste ingrepen op de juiste plaats worden toegepast. Er is duidelijk nood aan meer sensibilisering en opleiding van de verschillende actoren in de bouwsector.

Een belangrijk deel van de oplossing ligt ook bij de particulier zelf. Het is niet omdat men geen waterproblematiek ervaart op het eigen perceel, dat men niet kan bijdragen aan de oplossing ervan elders in de straat. Als elke eigenaar al een poging onderneemt om het regenwater op eigen terrein vast te houden en te laten infiltreren, dan is de eerste stap naar een oplossing al gezet. Gemeenten kunnen dit waterbewust gedrag stimuleren door bijvoorbeeld subsidies voor regenwaterputten te voorzien.

Is er verbetering in zicht?

De evaluatie van de watertoets is al gebeurd, via een enquête van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) gericht aan alle instanties die met de watertoets in contact komen. De Werkgroep Watertoets van de CIW is continu bezig met het verbeteren van de watertoets: een voorstel van aanpassing van het uitvoeringsbesluit watertoets werd reeds voorgelegd aan minister Schauvliege. Het voorstel voegt een positieve lijst van vergunningen en plannen toe die onderworpen moeten worden aan de watertoets. Daarnaast wil men de richtlijnen die bepalen wanneer een adviesvraag nodig is verder vereenvoudigen.

Verder zal de CIW ook opleidingssessies organiseren voor advies- en vergunningverleners en regelmatige informatie-uitwisseling voorzien, zodat de watertoets op een vlotte en vakkundige manier kan toegepast worden. Een betere ondersteuning naar de uitvoerende actoren van de bouwsector dringt zich eveneens op.

De media-aandacht na de recente overstromingen heeft alleszins gezorgd voor een grotere bewustwording over de hoogdringendheid van bepaalde maatregelen bij zowel de overheidsinstanties als bij de bouwsector en de particulieren. Ook de verzekeringsmaatschappijen hebben een duidelijk signaal gegeven, al is het eerder omwille van financiële beweegredenen. De automatische verzekering voor natuurrampen in de brandverzekering zal worden geweigerd wanneer men bouwt in een risicozone voor overstromingen (zie kaart overstromingen op de website van AGIV). Bij de aankoop van een bouwgrond of bouw van een huis raadpleegt men dus best op voorhand de risicokaart. Als men toch beslist in een risicozone te bouwen, zal dit op eigen verantwoordelijkheid zijn.

Laat ons hopen dat de gebeurtenissen ieder ertoe aanzet zijn steentje bij te dragen, zodat het tij vooralsnog kan gekeerd worden.

Bron: www.watertoets.be

 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>