ZENNEBEKKEN: Een schone Zenne in zicht?


Een stand van zaken in Vlaanderen:


De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgt aan de hand van haar meetcampagne de evolutie van de impact van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) op. De zuiveringsinfrastructuur werd het voorbije jaar fors uitgebouwd: daar waar in 2006 slechts 20% van het huishoudelijk afvalwater werd gezuiverd, kon men eind 2007 stellen dat het huishoudelijk afvalwater van 43,9 % van de inwoners uit het Zennebekken op een RWZI is aangesloten. Dit betekent toch een aanzienlijke vooruitgang.
De zuiveringsinstallaties van betekenis die in 2007 in het Zennebekken volledig operationeel waren, zijn die van Beersel (45.000 IE ) en Sint-Pieters-Leeuw (37.000 IE). De RWZI Grimbergen-Zemst (90.000 IE) was sinds half juli 2007 aan het proefdraaien en is sinds begin september 2007 volledig gebruiksklaar.
Volgens de meest recente cijfers van Aquafin NV (= stand van zaken eind 2007) lozen er nog 188.083 inwoners uit het Zennebekken ongezuiverd. Door de reeds gerealiseerde IBA's (individuele behandelingsinstallatie afvalwater) in de verschillende gemeenten van het Zennebekken zal dit getal in de praktijk kleiner zijn. Als we verder verfijnen dan lozen nog 165.924 rioollozers ongezuiverd.

Intussen werd voor elke Vlaamse gemeente een zoneringsplan opgemaakt. In het zoneringsplan staat aangegeven in welke zones in een gemeente nog riolering zal worden aangelegd en waar het is aangewezen om een IBA te plaatsen.

Een stand van zaken van de waterkwaliteit en de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen:

Om de kwaliteit van de Zenne in Vlaanderen te beschrijven, maakt men best een onderscheid tussen het traject van deze waterloop vanaf de Waalse grens (Lembeek, Halle) tot het punt waar de waterloop het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnenstroomt (te Anderlecht) enerzijds en het traject stroomafwaarts het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (van Vilvoorde tot de monding in de Dijle te Heffen, Mechelen,) anderzijds.

- ten zuiden van Brussel

Op dit traject ('Vlaamse' Zenne ten zuiden van Brussel) wordt reeds sinds het jaar 2000 een verbetering van de kwaliteit van het Zennewater stroomopwaarts Brussel vastgesteld, en dit zowel voor wat betreft de zuurstofhuishouding, als voor wat betreft de biologische kwaliteit. De verbetering was in eerste instantie vooral het gevolg van de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur op Waals grondgebied, gaandeweg werden ook op Vlaams grondgebied belangrijke investeringen gedaan.
Lees meer

- ten noorden van Brussel

Ten noorden van Brussel is de waterkwaliteit in 2007 het meest spectaculair vooruitgegaan, dankzij de ingebruikname van de RWZI's Brussel-Noord en Grimbergen. Hoewel nog niet de volledige vuilvracht op deze zuiveringsinstallaties behandeld wordt, is de impact ervan op de waterkwaliteit duidelijk meetbaar. Lees meer

Conclusie

Samenvattend kan gesteld worden dat de kwaliteit van het Zennewater de laatste jaren gevoelig verbeterd is door de gezamenlijke zuiveringsinspanningen van het Waalse, het Brusselse en het Vlaamse Gewest. Een zeker biologisch leven is terug mogelijk in deze destijds zwaar verontreinigde waterloop en dit stemt tot optimisme. Ook de Dijle en de Rupel behalen in 2007 een duidelijk betere waterkwaliteit, en dat is zelfs ook het geval voor de Schelde in Hemiksem.

Een andere, minder positieve, vaststelling dringt zich echter ook op: voor heel wat parameters worden de Vlaamse basiskwaliteitsnormen nog steeds overschreden, ondermeer de (cruciale) norm voor opgeloste zuurstof wordt nergens gehaald. Ook niet in 2007.


Een stand van zaken van de waterkwaliteit en de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen:

Ten zuiden van Brussel

Zuiveringsinfrastructuur

De RWZI van Sint-Pieters-Leeuw (37.000 IE) is operationeel sinds oktober 2005. Het is nu vooral een kwestie van zoveel mogelijk inwoners op deze installatie aan te sluiten. Hiervoor worden nu de nodige collectoren aangelegd.

De kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties (KWZI's) van Negenmanneken (1975) en Vlezenbeek (1978) zijn voorlopig nog steeds actief. In de toekomst zullen deze twee KWZI's vervangen worden door een collector die aangesloten wordt op de installatie van Sint-Pieters-Leeuw. De twee collectoren Vlezenbeek zijn reeds gedeeltelijk aangelegd (fase 2), maar het laatste deel heeft ernstige vertraging opgelopen door besprekingen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er is reeds een definitief ontwerp, de bouwvergunningen zijn echter nog steeds niet verkregen, zodat de timing van het project 'collector Vlezenbeek fase 1' opschuift naar vermoedelijk begin 2009.

Ook de KWZI van Lembeek (200 IE) is buiten gebruik gesteld en de vuilvracht wordt momenteel met een tijdelijke installatie aangesloten op de RWZI van Beersel (45.000 IE). Dit in afwachting van de realisatie van het project 'pompstation en persleiding Dokter Spitaelslaan'.
In Sint-Genesius-Rode is de collector Kwadebeek gepland, die zal aansluiten op de collector Dworp - werken 1e fase begin januari gestart, volgende 2 fases zullen pas later worden aangevat - en die Sint-Genesius-Rode en Dworp zal aansluiten op infrastructuur richting de RWZI van Beersel. De werken voor de KWZI Lennik-Varenbergbeek (ca. 60 IE) zouden in principe deze zomer nog starten. De werken voor de toevoerleiding zijn gestart op 31 maart 2008.
Zoals reeds vermeld, ontvangt ook de RWZI Brussel-Zuid een deel van het afvalwater van Vlaanderen.

Waterkwaliteit

Op dit traject ('Vlaamse' Zenne ten zuiden van Brussel) wordt reeds sinds het jaar 2000 een verbetering van de kwaliteit van het Zennewater stroomopwaarts Brussel vastgesteld, en dit zowel voor wat betreft de zuurstofhuishouding, als voor wat betreft de biologische kwaliteit. De verbetering was in eerste instantie vooral het gevolg van de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur op Waals grondgebied, gaandeweg werden ook op Vlaams grondgebied belangrijke investeringen gedaan. Belangrijk was ook het aansluiten van het centrum van Halle op de RWZI Beersel in mei 2006. De uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur (aanleg van collectoren) is in dit gebied echter nog helemaal niet voltooid, zodat er relatief veel huishoudelijk afvalwater ongezuiverd geloosd wordt.

De gestage verbetering van de waterkwaliteit zette zich in 2007 verder. Van de elf meetplaatsen die de VMM in 2007 op dit traject bemonsterde, zijn er negen waar de PIO2 'matig verontreinigd' scoort en slechts twee waar dit nog 'verontreinigd' is. Deze twee pijnpunten zijn gelegen in Drogenbos waar een grote collector van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de Zenne uitmondt (in de plaats van aan te sluiten op de RWZI Brussel-Zuid) en de meetplaats afwaarts de RWZI Brussel-Zuid, welke dus niet optimaal blijkt te functioneren.

Wat de biologische kwaliteit betreft, hebben de drie in 2007 bemonsterde meetplaatsen een matige biologische kwaliteit. In Lembeek was dat al langer het geval. Nieuw is echter een BBI3 van 6 in Buizingen waar de kwaliteit tot nog toe slecht was. Deze verbetering is te danken aan de sanering van het centrum van Halle. In Ruisbroek was de kwaliteit in 2006 ook al matig. Op deze drie meetplaatsen zijn in 2007 eendagsvliegen aangetroffen, deze insecten zijn gevoelig voor verontreiniging. Dit is hoopgevend voor de verdere evolutie van de waterkwaliteit. Wanneer de waterkwaliteit getoetst wordt aan de basiskwaliteitsnormen, blijkt echter duidelijk dat deze nog verre van conform is.

In Anderlecht is de waterkwaliteit duidelijk slechter. Dit kan verklaard worden doordat deze meetplaats stroomafwaarts gelegen is van de monding van de verontreinigde Lotbeek en Zuunbeek, en tevens stroomafwaarts het chemiebedrijf Cytec. De zuurstofhuishouding is hier echter significant verbeterd, met een PIO die in 2007 voor het eerst 'matig verontreinigd' is.

Terug


Een stand van zaken van de waterkwaliteit en de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen:

Ten noorden van Brussel

Zuiveringsinfrastructuur

De RWZI van Brussel-Noord (1.100.000 IE), die het afvalwater van ca. 90.000 Vlamingen uit de gemeenten Zaventem, Wezembeek-Oppem, Machelen, Kraainem, Dilbeek en delen van Asse zuivert - in combinatie met het afvalwater van nagenoeg één miljoen Brusselaars - is sinds maart 2007 operationeel en werd op 28 maart 2008 officieel ingehuldigd. De Woluwecollector en de opwaartse hoofdriolen sluiten hier reeds op aan.

Het zuiveringsgebied Grimbergen deed aan een enorme inhaalbeweging: in 2007 traden de RWZI Humbeek-Grimbergen (3.400 IE) en grote broer, de RWZI Grimbergen-Zemst (90.000 IE) officieel in werking. De RWZI Humbeek-Grimbergen loost in de Sasbeek die in Kapelle-op-den-Bos uitmondt in het Kanaal Brussel-Schelde en heeft dus geen directe impact op de waterkwaliteit van de Zenne. De PIO afwaarts het effluent verbeterde er van de klasse 'verontreinigd' in 2002 naar 'matig verontreinigd' in 2007. De biologische waterkwaliteit verbeterde er van zeer slecht in 2002 naar matig in 2007.
De RWZI Grimbergen-Zemst die via de Tangebeek loost in de Zenne te Eppegem, heeft sinds operationalisering wel een directe positieve impact! Voor wat betreft de biologische kwaliteit, scoorde dit deel van de Zenne sinds jaar en dag zeer slecht (soms zelfs uiterst slecht). In 2007 werd slechts één meetplaats bemonsterd, te Eppegem. De biologische kwaliteit was matig, zij het zeer nipt met een zeer beperkt aantal soorten. Dit bevestigt de (relatieve) verbetering van de fysico-chemische kwaliteit.

De KWZI van Zemst-Kesterbeek (350 IE, in werking sinds juni 2001) heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de ontvangende waterloop. De Kesterbeek stroomt via de Leibeek in de Zenne. Men kan stellen dat de KWZI zorgt voor een lichte verdunning van de door de Kesterbeek aangevoerde vuilvracht(geen metingen in 2007): de toestand van de Kesterbeek afwaarts effluent KWZI bleef vermoedelijk stabiel in 2007 in vergelijking met 2006 en ervoor: in 2006 behoorde de PIO tot de klasse 'verontreinigd' en de laatste BBI -opname in 2003 duidde op een matige biologische kwaliteit. Er waren in 2006 overschrijdingen van de basiskwaliteitsnorm voor meerdere parameters.

Daarnaast zijn er nog een aantal KWZI's in werking of nog gepland:
- KWZI Zemst-Larebeek (470 IE): in werking sinds november 2000
- KWZI Zemst-Bosstraat (800 IE): is gepland en de werken zouden in principe eind 2009 starten.
- KWZI Grimbergen - Humbeek-Sas (700 IE) is opgenomen op het OP 2010 van optimalisatieprogramma 2009-2013 van het Vlaams Gewest.

Waterkwaliteit

Ten noorden van Brussel is de waterkwaliteit in 2007 het meest spectaculair vooruitgegaan, dankzij de ingebruikname van de RWZI's Brussel-Noord en Grimbergen. Hoewel nog niet de volledige vuilvracht op deze zuiveringsinstallaties behandeld wordt, is de impact ervan op de waterkwaliteit duidelijk meetbaar.

Zo behoorde de PIO voor dit deel van de Zenne tot en met 2005 op alle meetplaatsen tot de klasse 'zwaar verontreinigd'. In 2007 is dat voor geen enkele van de onderzochte meetplaatsen nog het geval. De PIO behoort nu op deze meetplaatsen tot de klasse 'verontreinigd', of haalt zelfs (nipt) een 'matig verontreinigde' score net afwaarts de RWZI Brussel-Noord (wellicht dankzij extra zuurstofinbreng door het verval aan het lozingspunt). Dit betekent meteen dat, ondanks de duidelijke verbetering, de waterkwaliteit van de Zenne stroomafwaarts Brussel (en Vilvoorde) nog steeds slecht is.

Voor wat betreft de biologische kwaliteit, scoorde dit deel van de Zenne sinds jaar en dag zeer slecht (soms zelfs uiterst slecht) en kan men nu een nipte matige kwaliteit optekenen. Ook bij de fysico-chemische waterkwaliteit kan men een relatieve verbetering veronderstellen.

Aan de grens met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te Vilvoorde, afwaarts de RWZI Brussel-Noord dus, worden de basiskwaliteitsnormen overschreden voor opgeloste zuurstof, zwevende stoffen, biochemisch en chemisch zuurstofverbruik, Kjeldahl-stikstof, ammonium, zuurstof, fosfor en geleidbaarheid. In vroegere jaren waren er op deze meetplaats ook steeds normoverschrijdingen voor de metalen zink, koper en lood. Deze waren afkomstig van diffuse lozingen in Brussel (slijtage van dakbekledingen, leidingen en goten), naast mogelijke industriële bronnen op Brussels grondgebied. De concentratie aan deze metalen in het Zennewater is intussen sterk gedaald, waarschijnlijk omdat zij achterblijven in het slib van de zuiveringsinstallatie. In het verleden waren er ook normoverschrijdingen voor tolueen, zonder dat hiervoor een duidelijke bron kon geïdentificeerd worden. Ook de concentratie van deze stof is nu sterk gedaald; waarschijnlijk verdampt hij uit het afvalwater in de beluchtingbekkens van de RWZI.

De verontreiniging van de Zenne neemt verder stoomafwaarts toe omdat op de RWZI Grimbergen nog niet de volledige vuilvracht van de Brusselse Noordrand (Vilvoorde, Grimbergen,…) behandelt. Positief is wel dat het ammoniumgehalte nog maar de helft à één derde is van de gehalten die in voorgaande jaren gemeten werden.

In Eppegem en Heffen, voor de monding in de Dijle, worden de basiskwaliteitsnormen overschreden voor dezelfde parameters als in Vilvoorde, en bijkomend ook voor zink en chloriden; de chloriden zijn afkomstig van Tessenderlo Chemie, vestiging Vilvoorde (ex PB Gelatins). Enkel in Heffen is er bijkomend nog een normoverschrijding voor opgelost ijzer.

Vermeldenswaard voor de Zenne tussen Brussel en Mechelen zijn ook de uiterst hoge gehalten aan PAK (polycyclische aromatische koolwaterstoffen). De herkomst van deze verontreiniging is nog steeds niet precies gelokaliseerd, waarschijnlijk betreft het verschillende gecontamineerde vroegere bedrijfsterreinen en/of stortplaatsen, waaronder de vroegere cokesfabriek van de Forges de Clabecq in Vilvoorde.

Terug


(1) IE = inwoner-equivalent. Een inwoner-equivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert.

(2) PIO: Prati-index voor zuurstofverzadiging. Deze index krijgt een slechte score bij lage zuurstofconcentraties, maar ook bij oververzadiging. Oververzadiging treedt immers op bij eutrofiëring - een verschijnsel dat de waterkwaliteit aantast.

(3) BBI: Belgische Biotische Index. Deze index steunt op de aan- of afwezigheid van macro-invertebraten in het water (= ongewervelden, zoals insectenlarven, weekdieren, kreeftachtigen, wormen, die met het blote oog waarneembaar zijn). De indexwaarde schommelt tussen 0 (zeer slechte kwaliteit) en 10 (zeer goede kwaliteit).


Terug naar inleiding
Terug naar de inhoud