Kanaal ecologische corridor | Newsletter 07 | oktober 2021 | ||||||||||
De ooievaar, een opvallende gast langs het kanaal in Brussel
Deze waadvogel, die tot 95 en zelfs 110 cm groot kan worden, houdt van open gebieden zoals vlaktes langs rivieren en kanalen. De meeste ooievaars zijn trekvogels: in augustus verlaten ze onze contreien om in Afrika te gaan overwinteren en in maart komen ze terug naar hun broedplaatsen. Maar bij ons zijn sommige ooievaars, zoals die van Planckendael, standvogels geworden. De ooievaar heeft er dan ook geen moeite mee om zich aan een nieuwe habitat aan te passen. Hij nestelt zich vaak in de nabijheid van mensen en is zeker niet schuw, zolang hij niet opgeschrikt wordt. Zijn nest maakt hij van takken, op de daken van huizen, torens, palen, en soms ook wel in bomen.
Waarnemingen van de ‘Brusselse’ ooievaars voor de periode 2013-2021 De ooievaars langs het kanaal worden al geruime tijd waargenomen door vogelliefhebbers en meer doorgewinterde specialisten. Hun bevindingen zijn vaak terug te vinden op de website observations.be/waarnemingen.be, een portaalsite met gegevens over natuurwaarnemingen in België, die beheerd wordt door Natagora en Natuurpunt. In juni 2021 verscheen een boeiend artikel voor de meer ervaren vogelaar: natuurkenner en Natuurpuntlid Koen Steenhoudt geeft daarin een overzicht van de resultaten van acht jaar waarnemingen van de ooievaar langs het kanaal in het noorden van het Brussels gewest. We laten u even meelezen:
Een eerste grafiek geeft de verdeling van dit aantal per regio van geboorte, die we bij de meeste vogels gemakkelijk kunnen afleiden op basis van de ringcodes. We zien dat het leeuwendeel (126) in Planckendael werd geboren. Opvallend is dat van de resterende 23 de meerderheid uit het buitenland komt, gelijk verdeeld over Nederland, Duitsland en Frankrijk. Voor nogal wat Nederlanders en Duitsers liggen deze sites op hun trekroute. Mogelijks ontdekken de Franse vogels en de weinige meer zuidelijk geboren Belgische vogels de afvalsites wanneer ze terugkeren uit het zuiden en op sleeptouw worden genomen door de vogels uit Planckendael, Nederland en Duitsland, die deze sites intussen kennen. Volgend grafiekje betreft enkel de Planckendael ooievaars. Hun kleurring laat toe om af te leiden in welk jaar ze werden geboren, zodat we kunnen berekenen in welk kalenderjaar ze zich bevonden op het moment van een waarneming. In de grafiek zetten we op de horizontale as de kalenderjaren uit en op de verticale het aantal verschillende ooievaars dat in dat kalenderjaar minstens één keer op de afvalsites werd gezien (blauw) met daarnaast het aantal van deze ooievaars dat ook het jaar daarop werd gesignaleerd (oranje). Het is opvallend dat de meeste waarnemingen vogels betreft in hun eerste kalenderjaren. Vanaf Kalenderjaar 6, komen er niet alleen minder ooievaars naar de afvalsites (blauw) maar wordt ook de trouw aan deze sites kleiner (oranje). Van vogels in hun zesde kalenderjaar mag je veronderstellen dat ze zich niet alleen hebben gevestigd maar ook meer en meer gehecht zijn geraakt aan hun broedomgeving, die ze intussen op hun duimpje kennen, zodat ze perfect weten waar ze in alle omstandigheden aan voedsel kunnen geraken. We zien vaak zelfs dat oudere vogels hun trekgewoontes volledig achterwege laten en standvogel worden. Mogelijks verkiezen succesvolle broedvogels daarom om in de buurt van hun eigen nestlocatie te blijven, en laten ze de afvalsites langs het kanaal achterwege. Met dank aan Maurice Segers, zonder wiens talloze waarnemingen dit overzicht niet mogelijk was geweest. (bron: Koen Steenhoudt, juni 2021) Grenzeloze Schelde, oktober 2021 Met dank aan Koen Steenhoudt |
||||||||||
|