Kanaal ecologische corridor | Newsletter 04 | november 2020 | ||||||||||
De kleine plevier wordt stilaan een zeldzame verschijning
Sommige vogelsoorten worden regelmatig over de hele lengte van het kanaal waargenomen - denk maar aan de grote aalscholver, zilvermeeuw, groene eend en gele kwikstaart - terwijl andere soorten zich maar af en toe laten zien en zelfs zeldzaam worden, omdat hun habitat verdwijnt.
Typisch is zijn snelle vlucht net boven het wateroppervlak waarbij hij bruusk van richting verandert. Meestal vliegt de kleine plevier in koppel of in kleine groep. Zijn verenkleed is hoofdzakelijk wit en beige en vooral in de paartijd vallen zijn zwarte strepen vooraan op kop en hals op. Ook kenmerkend is de gele rand rond zijn ogen. De kleine plevier strijkt bij voorkeur neer op kale, zanderige en stenige grond, in de buurt van water (rivieren, meren, plassen, riviermondingen, ...). Voor zijn nest kiest hij een open omgeving met een substraat van grind, in de holte van een ondiepe kuil waar hij zijn eitjes in kwijt kan. Toch past hij zich desnoods ook aan een meer kunstmatige omgeving aan, zoals verwilderde hoekjes op actieve industrieterreinen, bouwwerven, grind- en zandgroeven, braakliggende terreinen en stormbekkens. Of hij op die plaatsen succesvol kan broeden, hangt in grote mate af van verstoring door de mens. De aanwezigheid van water (tijdelijke poel, waterreservoirs…) verhoogt de kans dat de kleine plevier zich ergens vestigt, omdat hij op en rond het water zijn voedsel vindt.
In 1989 en 1990 werden 9 tot 10 broedparen waargenomen op evenveel verschillende plaatsen. In de kanaalzone was er tot in de jaren 2000-2010 naast de verschillende industrie- en braakliggende gronden nog voldoende ruimte voor meerdere broedparen die zich daar voortplantten. In 2003, bijvoorbeeld, waren koppeltjes kleine plevier vaak geziene gasten op een verlaten werf in Anderlecht, op een braakliggend terrein op de site van Tour & Taxis en ook op de oevers van het kanaal in Neder-Over-Heembeek. In het voorjaar van 2009 leefden er naar schatting 3 tot 5 broedparen langs de waterweg.
Om de aanwezigheid van de kleine plevier als broedsoort duurzaam te verankeren, is het nodig om open omgevingen te bewaren, met een aangepast maaibeheer wanneer de vegetatie in volle groei is. Op die manier blijven die gebieden interessant voor vogels om er te broeden en stijgen dus hun overlevings-kansen. Ook groendaken op gebouwen kunnen een gunstige alternatieve omgeving vormen als broedplaats. Het is niet uitgesloten dat de kleine plevier erin slaagt om nieuwe plaatsen te vinden om zich te nestelen - zoals op groendaken - en daar moet op ingezet worden. De kans bestaat ook dat hij zijn plekje vindt op werven langs het kanaal, een waterweg die voor hem bovendien een ecologische corridor is waarlangs hij zich gemakkelijk kan verplaatsen. Maar als hij daar op lange termijn wil kunnen blijven, zal elke vorm van ondersteuning nog altijd meer dan welkom zijn. Grenzeloze Schelde - november 2020 Hartelijk dank aan Alain Boeckx voor het delen van zoveel informatie. Alleen op basis daarvan kon dit artikel tot stand komen. |
||||||||||
|