Kanaal ecologische corridor | Newsletter 02 | juni 2020
   
 
CôtéKaNaL - een kleine groene oase langs de ecologische corridor
van het Zennekanaal

CôtéKaNaL, een piloot project van samen kopen, samen bouwen en samen wonen, startte in 1998. Van een oude brouwerij die in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw al enkele metamorfosen had ondergaan werd een woonproject gemaakt. Vandaag bestaat het uit 20 woningen en een kleine 40 bewoners. Naast woningen zijn er ook drie werkruimten/ateliers op het gelijkvloers, een gemeen-schappelijke fietsenberging en een garage voor vijf wagens. Op het dak is er een gemeenschappelijk dakterras van 200 m².

Van in het begin werd er gekozen om elke woning een eigen buitenruimte, een terras, te geven en zeer snel na de start werden deze terrassen ingenomen door zeer diverse beplanting. Op zeer korte tijd ontstond zo een kleine groene oase, bijna onzichtbaar vanop de straat maar des te intenser naar binnen. Het grote dakterras werd met een groenscherm afgesloten van de straat, de niet toegankelijk daken werden groendaken. In de binnenruimte werden plantenbakken gecreëerd en aan de straatzijde groeit hop (Hopstraat) en blauwe regen (wisteria,glycine). Ondanks de afwezigheid van volle grond heeft een wilde wingerd zich in een overdekte ruimte aan de binnenkoer genesteld en bedekt beide grote zijwanden van de lichtput.

 
© Marcel Rijdams   © Marcel Rijdams

We hebben geen inventaris van de diversiteit aan planten. Op de gelijkvloerse koer (weinig zon) groeien diverse varens en een paar bomen (haagbeuk en esdoorn) en een klimrozelaar (New Dawn?) die tot de tweedeverdieping reikt. Op de eerste verdieping voorzagen we een grote plantenbak met zeventig cm substraat. Daarin prijkt een robinia (robinia pseudoacacia) met een zoete zomerse geur en waarvan de bloemen geliefd zijn door onze bosduiven. Naast de robinia groeien er nog diverse struiken. Hogerop op de paserellen staan rozen in grotere potten naast kamperfoelie en budleia (vlinderstruik). Op de privé terrassen worden kruiden en soms ook tomaten gekweekt en het dakterras is omzoomd met meidoorn, bamboe en magnolia (magnolia grandiflora).

 
© Marcel Rijdams   © Marcel Rijdams

Deze kleine jungle heeft ook heel wat vogels aangetrokken. Merels, mezen en bosduiven broeden er jaarlijks, de zwarte roodstaart en de heggemus zijn graag geziene gasten. Het meest fier zijn we op onze eenden. Verschillende jaren na elkaar koos een wilde eend domicilie in de bamboestruiken op het dakterras met zicht op het kanaal met als resultaat 10 à 12 eendenkuikens die we bij gebrek aan vijver telkens aan Veeweyde overdragen.

 
© Marcel Rijdams   © Marcel Rijdams

Eind juni - begin juli wanneer de wilde wingerd in bloei staat zoemt het ‘s avonds van de bijen, honderden bijen en enkele hommeltjes komen vlijtig en zorgvuldig de piepkleine bloemen bezoeken, in het najaar zijn het tientallen merels en nog meer spreeuwen die de resultaten van deze bestuiving komen oogsten. De vlinders hebben we nog niet geteld. Slakken, pissebedden, regenwormen bevolken de kompostbak. Spinnen zijn thuis in elke hoek en elk seizoen.

Terwijl de koninklijke reiger overzeilt vechten kraaien en eksters op het dak, de meeuwen laten het aan zich voorbijgaan, de gierzwaluwen klieven door de avond en eenzeldzame kwikstaart laat zich amper zien. Voor de mussen bouwen we weldra enkele appartementen bij want zij verdienen het om terug te komen naar de stad, we zijn tenslotte allemaal stadsmussen.

Marcel Rijdams, architect stedenbouwkundige Brussel, 14 juli 2018
 

Terug naar de inhoudsopgave >