VLAANDEREN: Leieoevers: naar natuurlijke oevers met plasberm

Het bouwen van nieuwe oeververdedigingen op de Leie is een belangrijk onderdeel van het plan Seine-Schelde. Indien het achterliggend gebied het toelaat, worden de principes van natuurtechnische milieubouw toegepast. Die natuurvriendelijke aanpak zorgt voor een verhoging van de ecologische waarde van de gekanaliseerde rivier, naast de versteviging ten behoeve van de scheepvaart.

De Leie tussen Wervik en Deinze is trouwens op meerdere plaatsen aan nieuwe oeververdedigingen toe vanwege de slechte staat waarin de huidige oevers verkeren.
In de zone Deinze - Kortrijk is de oeverbekleding met betonplaten rondom de waterlijn in vele gevallen onderspoeld, gebroken en afgeschoven.
In de zone Kortrijk - Wervik is de oeverbekleding met schanskorven of open steenasfalt rond de waterlijn soms ernstig beschadigd en op sommige plaatsen is de oeverbekleding compleet verdwenen.

Waar mogelijk wordt geopteerd voor een type oever met plasberm. Dit type oeververdediging beschermt de ondiepe zone in de nabijheid van de oevers - waar toch geen scheepvaart mogelijk is - tegen de golfslag van de schepen, zodat in de luwe ondiepe zone de specifieke rivierfauna en -flora kan gedijen.
Om deze flora sneller tot ontwikkeling te laten komen worden rietkluiten (met andere waterplanten erin) uit nabijgelegen plasbermen verplant naar de plaatsen van oeverherstel. Het riet wortelt immers zeer diep en vormt een tweede, natuurlijke bescherming tegen de golfslag.


Uit het verleden blijkt dat de klassieke harde oeververdedigingen ook hun beperkingen hadden en soms aan een relatief snelle degradatie onderhevig waren. De aanwending van natuurtechnische milieubouw heeft ondertussen in Vlaanderen ingang gevonden. Alhoewel daarbij kan worden gegrepen naar algemene kennis nopens stabiliteit en effectiviteit, is bijkomende kennis gewenst, zeker voor een dergelijk grootschalig project als Seine-Schelde. Naast de samenwerking hiertoe met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) voor het ecologische luik wordt voor het aspect stabiliteit met de faculteit ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent een onderzoeksprogramma uitgevoerd.



Ecologische opvolging van de vooroevers


Door de opvolging van een aantal fysische en biotische variabelen wenst het INBO te achterhalen hoe goed de gerealiseerde vooroevers ecologisch functioneren. Hiertoe worden ze gemonitord en geëvalueerd. Niet enkel de ecologische evolutie van het oeversysteem wordt opgevolgd, ook de oeverstabiliteit, beide gaan immers hand in hand.
Lees meer >>

Oeverfaling door golfslag

Voortschrijdende erosieverschijnselen langs bevaarbare waterwegen tonen evenwel het falen van zowel harde, klassieke oeververdedigingen als zachte, meer natuurvriendelijke oeverbeschermingen ten gevolge van, in hoofdzaak, scheepsgeïnduceerde golfaanval en retourstroombelasting.

Elk schip genereert een eigen type golf, zodat er een eigen belastingspatroon, en dus ook een eigen schadepatroon ontstaat ter hoogte van de oever. Een gebrek aan fundamentele kennis betreffende deze mechanische golfwerking en de resulterende belastingen op natuurvriendelijke oevers, vormt een belangrijke belemmering voor optimaal gebruik van natuurvriendelijke oevers als verdedigingsalternatief. Het kwantificeren en analyseren van deze belangrijkste oorzaak van oeverfaling maakt het onderwerp van de experimentele studie door de Universiteit van Gent.
Lees meer >>

Bron: Willem Van Crombrugge, projectleider Seine-Schelde, W&Z afdeling Bovenschelde

>> Terug

 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>