NEDERLAND: Doelen en bouwstenen Verkenning Grevelingen Water en Getij

Bouwsteen 1: Doorspoelen via Flakkeese spuisluis

In deze bouwsteen wordt de capaciteit van de Flakkeese spuisluis in de Grevelingendam verdubbeld om het Grevelingenmeer door te kunnen spoelen met water uit de Oosterschelde. Het opnieuw in gebruik nemen van de Flakkeese spuisluis (met de huidige capaciteit) is onderdeel van de autonome ontwikkeling en de ingebruikname is al in voorbereiding.

Bouwsteen 2: Doorlaatmiddel Brouwersdam

De bouwsteen Doorlaatmiddel Brouwersdam bestaat uit het realiseren van extra doorlaatcapaciteit door de Brouwersdam via de aanleg van één of meerdere doorlaatmiddelen. Van debouwsteen Doorlaatmiddel Brouwersdam zijn vier varianten bestudeerd:

  • Gedempt Getij: 8 keer de huidige doorlaatcapaciteit in het zuidelijk deel van de Brouwersdam, resulterend in een getijslag van naar schatting 50cm;
  • Gedempt Getij 70Z:30N: 8 keer de huidige doorlaatcapaciteit waarvan 70% in het zuidelijk en 30% in het noordelijk deel van de Brouwersdam, resulterend in een getijslag van naar schatting 50cm;
  • Noorderspuisluis: handhaving van de huidige Brouwerssluis, aangevuld met 14 keer de huidige doorlaatcapaciteit in het noordelijk deel van de Brouwersdam, resulterend in een getijslag van naar schatting 75cm;
  • Maximaal Getij: 20 keer de huidige doorlaatcapaciteit in het zuidelijk deel van de Brouwersdam, resulterend in een getijslag van naar schatting 100cm.
Bouwsteen 3: Ruimte voor de Rivier

Binnen Rijkswaterstaat worden de mogelijkheden onderzocht van het maken van een koppeling tussen het Grevelingenmeer en het Volkerak-Zoommeer via een verbinding of doorlaatmiddel in de Grevelingendam. Het gehele systeem Volkerak-Zoommeer-Grevelingen staat dan in verbinding met het Noordelijke deltabekken via de Volkerakspuisluizen. Hierdoor kan het Grevelingenmeer worden gebruikt voor het bergen van rivierwater bij hoge rivierafvoeren. Grevelingen en Volkerak- Zoommeer krijgen in deze bouwsteen éénzelfde peilbeheer. In de planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer wordt uitgegaan van een middenstand van -0,10m NAP en een getijslag van 30cm (variant Beperkt Getij).

Bouwsteen 4: Getijcentrale in de Brouwersdam

In deze bouwsteen worden de combinatiemogelijkheden onderzocht van het vergroten van de doorlaatcapaciteit van de Brouwersdam in combinatie met het winnen van energie uit de waterbeweging die hier het gevolg van is in een getijcentrale. Een getijcentrale kan, mede afhankelijk van de getijslag, in verschillende varianten worden gerealiseerd.

Bouwsteen 5: Schutsluis in de Brouwersdam

Deze bouwsteen betreft het realiseren van een schutsluis in de Brouwersdam ten behoeve van recreatievaart en mogelijk ook de visserij.

Bouwsteen 6: Beheermaatregelen

Voor een aantal knelpunten kunnen, in plaats van of aanvullend op bovenstaande bouwstenen, beheermaatregelen worden getroffen om de knelpunten op te lossen. In de verkenning zijn de volgende beheermaatregelen aan de orde gekomen:
- verwijdering van de organische sliblaag;
- aanleg van broedeilanden voor kustvogels;
- actief vegetatiebeheer op eilanden, schorren en slikken;
- verwijdering van zeesla;
- verwijdering van Japanse oesters;
- aanplanten van zeegras.

Voor het doorlaatmiddel zijn drie verschillende schetsontwerpen gemaakt, namelijk voor de variant Gedempt Getij een doorlaatmiddel in het zuidelijke sluitgat en een doorlaatmiddel in het noordelijk sluitgat en voor de variant Maximaal Getij een doorlaatmiddel in combinatie met getijcentrale. Ook voor de schutsluis is een schetsontwerp gemaakt. De schetsontwerpen vormden de basis voor de kostenramingen volgens de door Rijkswaterstaat voorgeschreven PRI-methodiek met een nauwkeurigheid van 50%, zoals dat voor een verkenning gebruikelijk is. Gebleken is dat er nauwelijks een kostenverschil bestaat tussen een doorlaatmiddel in het zuidelijke sluitgat en het noordelijke sluitgat, ondanks het feit dat de kern van de Brouwersdam in het zuidelijke sluitgat bestaat uit betonblokken en in het noordelijke sluitgat uit caissons.

Resultaten van de verkenning

Voor de verschillende varianten van het doorlaatmiddel zijn door Deltares berekeningen gemaakt met een waterkwaliteitsmodel (Nolte et al. 2008). De modelresultaten zijn vervolgens door Bureau Waardenburg vertaald naar ecologische effecten. Uit deze analyse blijkt dat de meeste doelen zoals vooropgesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water en het netwerk Natura 2000, die afgeleid zijn voor de bovenste waterlaag, nu al worden gehaald. Er is dus (nog) geen formeel waterkwaliteitsknelpunt. Echter, de zuurstofproblematiek nabij de bodem is een belangrijk knelpunt vanwege het effect op het bodemleven, de vissen en de doorwerking in de voedselketen (bijvoorbeeld het effect op visetende vogels). De zuurstofloosheid breidt zich uit naar de ondiepere delen van het Grevelingenmeer. Op termijn kunnen dus wel formele waterkwaliteitsknelpunten ontstaan. De oorzaken van de zuurstofproblematiek nabij de bodem zijn stratificatie (gelaagdheid) waardoor het water bij de bodem in de diepe voormalige stroomgeulen nauwelijks ververst wordt en de afbraak van afgestorven organisch materiaal dat naar de bodem zakt.

Uit de berekeningen blijkt dat het vergroten van de uitwisseling met de Noordzee door middel van een nieuw doorlaatmiddel in de Brouwersdam een goede maatregel is om de zuurstofhuishouding van het water van het Grevelingenmeer duurzaam te verbeteren (vergelijk afbeeldingen 2 en 3). Uit de berekeningen blijkt verder dat de variant 'Gedempt Getij' al voldoende uitwisseling geeft. De grotere doorlaatmiddelen bieden nauwelijks meerwaarde (zie afbeelding 4), maar zijn wel veel duurder (tabel 2). Tevens worden de natuurwaarden versterkt omdat door de variant 'Gedempt Getij' reeds grote arealen intergetijdengebied ontstaan (zie afbeelding 5). Ook voor het intergetijdegebied geldt dat een grotere getijslag van 70cm of 100cm beperkte meerwaarde heeft (tabel 2).

Voor de bouwsteen 'Ruimte voor de Rivier' is nog een extra berekening gedaan met het modelinstrumentarium voor een variant met een getijslag van 30 cm (variant 'Beperkt Getij'). Ook deze variant geeft een verbetering van de zuurstofhuishouding aan de bodem, maar uit afbeelding 4 blijkt dat de variant 'Beperkt Getij' in veel mindere mate leidt tot een verbetering van de zuurstofhuishouding. Tussen de variant 'Beperkt Getij' en de variant 'Gedempt Getij' bevindt zich waarschijnlijk het kantelpunt waarboven vergroting van het doorlaatmiddel nog maar zeer beperkt bijdraagt aan een verdere verbetering van de zuurstofhuishouding. De 'Verkenning Grevelingen water en getij' benoemt slechts de kans voor het bergen van rivierwater. De ecologische effecten van een verbinding tussen Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer en de kosten hiervan zullen in samenhang met andere projecten in de Delta nader moeten worden onderzocht.










Het is technisch en ecologisch mogelijk om het nieuwe doorlaatmiddel te combineren met een getijcentrale voor het opwekken van energie (Vrijling et al. 2008). In dat geval vormt de getijcentrale het doorlaatmiddel. Bovendien kunnen de turbines van de getijcentrale mogelijk als pomp gebruikt worden indien het Grevelingenmeer als bergingsgebied voor rivierwater zou worden gebruikt. Volgens de TU Delft hebben 100 turbines dan een capaciteit van 3.500 - 4.000m3/s. Volgens Delta N.V. is de elektriciteitsprijs vergelijkbaar met die van windenergie. Overigens is de capaciteit van een getijcentrale in de Brouwersdam relatief gering. Ter vergelijking: de Amercentrale heeft een vermogen van 1.245 MW en de doelstelling van windmolenparken Noordzee is 6.000 MW in 2020. De financieel-economische haalbaarheid van een getijcentrale is in deze verkenning niet verder onderzocht.

Een schutsluis in de Brouwersdam zorgt voor een directe scheepvaartverbinding van het Grevelingenmeer met de Noordzee. In deze verkenning is voor de ramingen uitgegaan van een sluis van 35m lang, 12m breed en een drempel van NAP -5m. Naar verwachting trekt de schutsluis ongeveer 26.000 passages per jaar en levert het circa 950.000 euro aan gebruiksgerelateerde baten op (Projectbureau Vrolijks, 2008). Een schutsluis in de Brouwersdam biedt inderdaad meer vaarmogelijkheden voor de recreatievaart, maar uit de kostenraming blijkt dat de kosten hoger zijn dan de baten. Een schutsluis kan onafhankelijk van een doorlaatmiddel worden gerealiseerd, er zijn nauwelijks praktische combinatievoordelen of kostenbesparingsmogelijkheden als een doorlaatmiddel en een schutsluis gelijktijdig zouden worden aangelegd. De schutsluis is niet bruikbaar als doorlaatmiddel.

Tenslotte bieden de beheermaatregelen geen oplossing voor de zuurstofproblematiek. Het verwijderen van slib, zeesla, Japanse oesters en vegetatiebeheer kunnen wel nodig blijven om lokaal overlast te voorkomen.

>> Terug naar de vorige tekst

>> Terug naar het hoofdmenu

 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom