|
||||||
Nieuws nr. 72 - december 2015 | ||||||
In Nederland is de uitvoering van het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ in volle gang. In zo’n 15 jaar tijd zijn op meer dan dertig plekken in het rivierengebied maatregelen getroffen om de waterafvoer te verbeteren en daarmee de veiligheid te verhogen. Van bij de aanvang is ingezet op verregaande samenwerking tussen Rijkswaterstaat, de provincies, de waterschappen en de gemeenten. In 1993 en 1995 stond het water in de Nederlandse rivieren extreem hoog. In 1995 moesten 250.000 mensen en 1 miljoen stuks vee worden geëvacueerd. Steeds vaker hebben de Nederlandse rivieren met hoge waterstanden te maken, terwijl er tussen de dijken maar weinig ruimte is om het water op te vangen. Om overstromingen te voorkomen werkte Rijkswaterstaat samen met de waterschappen, gemeenten en provincies het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ uit, een samenhangend pakket maatregelen dat de Nederlandse rivieren op meer dan 30 plaatsen meer ruimte geeft. Dijken werden bv. verlegd, in de uiterwaarden werden geulen gegraven. Ze zorgen niet alleen voor meer veiligheid, maar creëren ook een omgeving met kansen voor natuur, recreatie en bedrijfsleven. Nu, in een laatste fase van het programma, reflecteren betrokken deskundigen en onafhankelijke experts over de aanpak en de resultaten van het programma zodat de opgedane kennis en inzichten beschikbaar blijven. Nederland blijft immers kwetsbaar voor overstromingen en werken aan de bescherming tegen hoogwater is een blijvende opdracht. Samenwerken blijkt een sleutelbegrip. Pleidooi tegen versnippering, verkokering en sectoraal denken
Samenwerking tussen overheden In de praktijk zijn er zeer veel betrokken partijen. Zo kan het bv. gebeuren dat een gemeente in opdracht van Rijkswaterstaat met rijksgeld een dijk van een waterschap afgraaft, een nieuwe bouwt en bovendien nog een geul voor Rijkswaterstaat graaft. Het lijkt het ideale recept voor hommeles tussen overheden. Maar het zoeken en vormgeven van samenwerking - op verschillende niveaus en vanaf het prille begin - creëert juist meerwaarde; er ontstaan betere oplossingen. Vrijheid, overleg en eigen verantwoordelijkheid Het behalen van de dubbele doelstelling (veiligheid én ruimtelijke kwaliteit) van het programma Ruimte voor de Rivier - dat zijn 34 projecten, verspreid over het gehele Nederlandse stroomgebied van de ‘Rijntakken’ - is een rijksopgave. Het programma valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken. Zeven provincies, acht waterschappen en dertig gemeenten hebben echter binnen vooraf vastgestelde kaders en randvoorwaarden een grote mate van vrijheid gekregen bij de uitwerking van de verschillende maatregelen. Regionale en lokale overheden bedenken de plannen niet alleen samen met bewoners en bedrijven, ze voeren ze waar mogelijk ook zelf uit. Een toverformule? of is het gewoon hard werken? “Als je het over samenwerking hebt”, zegt Cor Beekmans, hoofd Kennis en Riviertakmanagement van het Programmabureau Ruimte voor de Rivier, “klinkt het vaak alsof het allemaal vanzelf gaat. Maar het is gewoon hard werken: verschillen van inzicht de wereld uit helpen, en af en toe eens dwars gaan liggen. Maar ook soms je eigen oplossing durven loslaten omdat met de oplossing van de ander overal meer winst te halen is. Samenwerken is niet het uitspreken van een toverformule waarmee alles direct harmonieus verloopt; het is ook niet een kwestie van één dingetje op orde hebben of het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst. Het zit in allerlei aspecten waarin je gezamenlijk kunt werken om van het project een succes te maken, van het voorkomen van risico’s tot het samen uitdragen van de mijlpalen. En: samenwerken vraagt continu onderhoud en het bijstellen van de manier van samenwerken zodat die blijft aansluiten op de fase waarin een project zich bevindt.” Over het zoeken en vormgeven van samenwerking binnen Ruimte voor de Rivier lees je meer in de zesde longread van het programma. Medewerkers van de verschillende overheden vertellen er over hun ervaringen. Bron: ‘Ruimte voor de Rivier - Rijkswaterstaat’
|
||||||||||||||
Terug naar de inhoudsopgave > |