|
||||||
Nieuws nr. 69 - april 2015 | ||||||
In de wintermaanden is een wollen trui of een dekentje van fleece heerlijk warm en zacht om in weg te duiken. Maar bij een wasbeurt kunnen aanzienlijke hoeveelheden schadelijke chemicaliën van het textiel vrijkomen.
Binnen de Europese Unie gelden strikte normen voor het gebruik van nonylfenolethoxylaten en octylfenolethoxylaten in bepaalde industriële sectoren, zoals de textiel- en lederindustrie. Maar veel van de kledij waarin deze stoffen gebruikt worden en ook het garen zelf, is afkomstig uit Azië, waar de strenge regels niet gelden. De kleding, vaak van gekende merken, wordt wel hier verkocht, maar een reglementering voor de import op het vlak van deze schadelijke chemicaliën ontbreekt nog. Zo werd volgens een ruwe schatting van het Swedisch Chemicals Agency in 2010 via textielimport 642 ton aan nonylfenolethoxylaten de EU binnengebracht 1. Hormoonverstorend
Omwille van de nefaste impact op het aquatische leven is nonylfenol opgenomen in de lijst met prioritaire gevaarlijke stoffen van de Kaderrichtlijn Water. Dit betekent dat op termijn de emissie van deze stof volledig moet stoppen om een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater te bereiken. Voor octylfenol, geclassificeerd als prioritaire stof, moet de emissie drastisch dalen. In 2010 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij de concentratie nonylfenol in oppervlaktewateren over gans Vlaanderen gemeten. In ongeveer 30% van de gevallen werd de jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm van 0,3 µg/L overschreden. Emissies waren vooral afkomstig van de chemische industrie en in mindere mate van raffinaderijen, textielindustrie, afval en afvalwater en de papiersector. Verwijdering door de RWZI In 2011 onderzocht Aquafin het afvalwater van 20 RWZI’s voor en na zuivering op de aanwezigheid van nonylfenol en octylfenol. De bedoeling was na te gaan in welke mate deze stoffen tijdens het zuiveringsproces verwijderd worden en in welke mate RWZI’s bijdragen tot emissie ervan in het oppervlaktewater. De installaties werden gekozen op basis van een goede mix wat betreft grootte en geografische ligging in Vlaanderen. De influentconcentratie nonylfenol varieerde tussen 1 en 20 µg/L, deze voor octylfenol lag 10 keer lager. Voor de conventionele actiefslibinstallaties en de membraanbioreactoren bedroeg het verwijderingsrendement van octylfenol en nonylfenol rond de 90%. Dit betekent dat maar 10% van de vuilvracht aan deze stoffen die binnenkomt, de RWZI ook effectief verlaat. Desondanks lozen alle RWZI’s in Vlaanderen samen toch nog ongeveer 200 kg nonylfenol per jaar. Aanpak bij de bron Het probleem van de lozing van nonylfenol en in mindere mate van octylfenol vergt duidelijk een aanpak bij de bron. Op de eerste plaats moet de import van goederen, waaronder textiel, uit Azië strikt gereglementeerd worden. Daarnaast moet in alle industriële sectoren gezocht worden naar volwaardige alternatieven voor de nonylfenol- en de octylfenolethoxylaten. Binnen de Europese regelgeving voor chemische stoffen is een aanzet in de goede richting gegeven: nonylfenol en nonylfenolethoxylaten werden recent op de ‘Kandidaat Lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen voor Autorisatie’ geplaatst, wat kan leiden tot wettelijke verplichtingen voor importeurs, producenten en leveranciers van goederen die deze stoffen bevatten. Bovendien diende Zweden het voorstel in om het op de Europese markt brengen van wasbaar textiel dat meer dan 100 mg/kg nonylfenol en/of nonylfenolethoxylaten bevat, te verbieden. door Aquafin, Ilse Pieters 1 Chemicals in textiles - Risks to human health and the environment. Report from a government assignment 6/14 >> 2 Zie het rapport van Greenpeace, januari 2014. Voor een breed publiek werd het gepubliceerd onder de titel Little Story about Monsters in Your Closet. |
|||||||||||
Terug naar de inhoudsopgave > |