Steekt het Kanaal Seine - Noord-Europa
eindelijk van wal?


Bron: W&Z

Het dossier Kanaal Seine - Noord-Europa heeft al een moeilijk parcours achter de rug en dit zowel omwille van de controverse rond de financiële constructie als door het gebrek aan steun vanwege de Franse autoriteiten.

Na het zoveelste uitstel heeft Rémi Pauvros, gedeputeerde belast met het project Seine-Schelde, het gehele project van nul hernomen. Dat deel van het Franse Noorderdepartement is bijzonder geïnteresseerd in de economische impact van de aanleg van het kanaal en vooral in de werkgelegenheid die het kanaal zal genereren. Pauvros overlegde met de verschillende mogelijke actoren en schoof een financiële participatie van privé-partners definitief van de baan.

Omdat Brussel beloofd heeft om tot 40 % te financieren van een project dat geschat wordt op ongeveer 4,8 miljard euro, heeft de Franse eerste minister op 26 september 2014 bevestigd dat de regering een subsidieaanvraag wil indienen bij de Europese Commissie.

Dat langverwachte bericht werd met grote opluchting onthaald, niet alleen in het departement Nord-Pas de Calais, maar ook in België en Nederland, waar al jaren belangrijke werken worden uitgevoerd aan de waterwegen om ze aan te passen aan binnenvaartschepen van 185 meter lang die 4400 ton kunnen verschepen. De burgemeester van Doornik, Rudy Demotte, weigerde tot nog toe om zonder financiële garanties vanwege de Europese commissie veranderingen aan te brengen aan de Pont des Trou. Deze versterkte waterpoort is het historisch pronkstuk van de stad. Binnenkort gaat hij dan toch de voorstellen van de ingenieurs bestuderen. Beetje bij beetje worden alle obstakels opgeheven. Het streefdoel is dat de werken voor het Franse gedeelte in 2017 beginnen zodat ze kunnen worden afgerond in 2023.

Er zou een kanaal moeten gegraven worden van 107 km lang en 54m breed aan het wateroppervlak. Dijken, oevers en dienstwegen inbegrepen zal de kanaalzone tussen de 100 à 150 meter breed zijn. De volledige oppervlakte van het project (inclusief de multimodale platforms, de waterreservoirs en de opslagplaatsen voor materiaaloverschotten) bedraagt 2 450 ha. Een diepte van 4,5 meter moet voor de scheepvaart een diepgang tot 3 meter toelaten. Daarvoor moet 55 miljoen kubieke meter grond verplaatst worden, waarvan 30 miljoen kubieke meter overtollige aarde gestort zal worden op de terreinen vlakbij het kanaal, die ook deel uitmaken van de perimeter van het project. Deze terreinen zullen op het einde van de werken worden beplant, bebost of ontwikkeld voor andere doeleinden.

Men zal 6 sluizen moeten voorzien, 3 kanaalbruggen, waarvan 1 uitzonderlijke constructie van 1330 meter lang om de Somme te overbruggen, 59 gewone bruggen en 2 spoorwegbruggen, 4 multimodale platforms, 5 graankaaien, 2 kaaien voor het overladen van goederen, 5 nutsvoorzieningen voor de pleziervaart en tenslotte ook nog een waterreservoir van ongeveer 16 miljoen m³ dat moet zorgen voor de watertoevoer van het kanaal als het water van de Oise laag staat.

Sluis van Quesnoy-sur-Deule
De lokale autoriteiten vragen met aandrang dat er voor die enorme werf beroep wordt gedaan op plaatselijke werkkrachten en niet op arbeiders uit andere regio’s. In het kader van de toekomstige aanbestedingen staan ze op die garantie. Er moeten ook zware aanpassingen aan de zijrivieren van de Schelde overwogen worden om ze voor grote binnenschepen toegankelijk te maken en zo de havens van Lille en Duinkerke bereikbaar te maken.

Wat de Deule betreft, is in het kader van het contractplan ‘État-Région 2007-2013’ de sluis van Quesnoy twee keer zo lang gemaakt.

Voor de verbreding van de Leie in Komen is het eerste project gewijzigd naar aanleiding van de argumenten die lokale verenigingen aanbrachten om een uniek nabijgelegen beschermd waterrijk gebied zo goed mogelijk te bewaren. De bouwvergunning - waterwegen - is op 9 januari 2014 bekendgemaakt op voorwaarde dat er voorzorgsmaatregelen komen voor de bescherming van dat waterrijke gebied. Er is opnieuw een brief gestuurd naar de Belgische autoriteiten om hen te wijzen op de mogelijke bedreigingen van een weg op de oever van het gebied.

Het spreekt voor zich dat de kolossale werf een enorme uitdaging betekent voor de ontwikkeling van een uitgestrekt gebied in Europa. Het is vooral een belangrijke troef voor het goederentransport in het streven naar de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Er moet wel voortdurend over gewaakt worden dat er evenveel zorg wordt besteed aan de ecosystemen, de waterrijke gebieden en de ondergrondse waterlagen als aan de economische belangen die maar al te vaak het zwaarst doorwegen.


Anita Villers,
voorzitter Environnement et Développement Alternatif (EDA)


Terug naar de inhoudsopgave >>


 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>