header-left  
header-right facebook
  Nieuws nr. 71 - november 2015 SPECIAL KLIMAAT  
 

Klimaatvooruitzichten onze rivieren

Sinds 1994-1995 benadrukt de Internationale Scheldecommissie dat de waterproblematiek niet stopt aan onze grenzen. Het is dus heel belangrijk om een globale aanpak te hanteren voor het hele stroomgebied van de Schelde. Dat stroomgebied bestrijkt immers meerdere landen en regio’s (Frankrijk, Wallonië, Vlaanderen, Brussel en Nederland) en belangt ongeveer 14 miljoen inwoners aan.




De PROBLEMEN die de opwarming van de aarde meebrengt:

Stijging van de zeespiegel en gevaar op stormweer, overstromingen, golven

Gebied onder de zeespiegel als het gemiddelde peil over een termijn van 100 jaar (2100) met 1 meter stijgt: Nederland = 55% van het grondgebied, België = 2% van het grondgebied. De meeste scenario’s zijn gebaseerd op een gemiddeld peil van 120 à 150 m en houden rekening met maxima (extra hoog water door stormen, golven en springtij) die dat gemiddeld peil met meer dan 5 m overstijgen.



Ieder land handelt in functie van zijn middelen en zijn noden. De grootse middelen die worden ingezet in Nederland (nieuw Deltaplan) en België (Kustbeschermingsplan, Sigmaplan) gaan veel verder dan de zwakke inspanningen van Frankrijk. Het is noodzakelijk dat er wordt samengewerkt, dat iedereen meewerkt en dat er een samenhang wordt gecreëerd tussen de verschillende betrokken regio’s.

Waterschaarste (Water stress)

Ondanks haar 200 regendagen per jaar, heeft België in Europa één van de twee laagste vernieuwingspercentages voor water per inwoner. Dit komt door de hoge bevolkingsdichtheid, het ontbreken van bergen, gletsjers en sneeuw, en het vele regenwater dat wegspoelt van betonnen oppervlakten. In werkelijkheid zijn de enige bronnen van drinkbaar water de Maas en de grondwaterlagen, die weinig vers water krijgen. De waterschaarste bij ons zou vergelijkbaar kunnen worden met de waterschaarste in de meest zuidelijke delen van Europa.

Verandering van neerslag

De stijging van de temperatuur zal zorgen voor drogere zomers en nattere winters aan de kust (zeeklimaat), en drogere zomers en winters in het binnenland (landklimaat).
Van de 200 regendagen per jaar in België zijn er echter op dit moment maar 43 dagen waarop het hard genoeg regent om de ondergrondse grondwaterlagen aan te vullen (in Corsica zijn dat 47 dagen). We weten overigens dat vandaag 73% van het water gebruikt wordt door inwoners, 23% door de industrie en 3 à 4% door de landbouw. Als het ‘s zomers minder zou regenen en als de temperatuur zou stijgen - vanaf 2015 zou de temperatuur in de zomer met 3,7°C stijgen - dan zou het nodig kunnen zijn om de akkers met water te besproeien. In dat geval staat de politiek nog voor moeilijke keuzes op vlak van watergebruik.

Erosie en overstromingen

De veranderingen qua neerslag en de vaker voorkomende onweders zullen ervoor zorgen dat de erosie van de bodem en de oevers veel sneller zal gebeuren dan nu het geval is. Dat heeft ook gevolgen voor de kanalen met gevaar voor overstromingen, vooral in gebieden met weinig reliëf, zoals bv. ons eigen platte land.

Biodiversiteit

De opwarming van de waterlopen en de nieuwe debieten zullen een weerslag hebben op de fauna en flora met een verandering van de soorten. De vissen, bijvoorbeeld, zullen waarschijnlijk kleiner zijn (probleem voor de visvangst) en veel talrijker, met een risico op een explosieve ontwikkeling van uitheemse soorten.


Overkoepelend beheerplan

Het is noodzakelijk om een overkoepelend beheerplan in te voeren voor de verschillende betrokken gebieden en autoriteiten want elk land reageert anders op de problemen ondanks de gevolgen die elke beslissing kan hebben op de andere betrokken partijen.

Dat plan moet gekoppeld worden aan een plan voor de verbetering van de waterkwaliteit (toepassing van de Kaderrrichtlijn Water) en moet de verschillende risicozones in kaart brengen, zorgen voor informatie-uitwisseling, de balansen opmaken, de doelstellingen en transversale maatregelen bundelen, een database creëren en grensoverschrijdende crisisoefeningen organiseren.

Om vooruitgang te maken moeten we delen, uitwisselen, de verschillen respecteren en tegelijk de coördinatie versterken!


Met dank aan Arnould Lefébure, algemeen secretaris van de Internationale Scheldecommissie.


 
Terug naar de inhoudsopgave >