header-left  
header-right facebook
  Nieuws nr. 69 - april 2015    
 

Knelpunten voor vismigratie verwijderen

Een verbeterende waterkwaliteit heeft meestal een stijgende vispopulatie tot gevolg. In 2009 startte het Europese SCALDWIN-project dat de beste beschikbare maatregelen wil vinden voor het verbeteren van oppervlaktewater, waterbodems en grondwater in het stroomgebiedsdistrict van de Schelde. Eén van de specifieke acties om een transnationaal gezond rivierecosysteem te ontwikkelen, is de uitwerking van een transnationale inventaris van de prioritaire vismigratieknelpunten.

Door een explosieve bevolkingsgroei en door de industriële ontwikkeling is het landgebruik in het stroomgebied van de Schelde de afgelopen eeuwen zeer intensief geworden. Dit heeft er een zware druk gelegd op zowel de hydromorfologie als de waterkwaliteit van de waterlopen. Daardoor is het momenteel onmogelijk het stroomgebied in zijn natuurlijke toestand te herstellen. Alleen door een aantal verzachtende maatregelen kunnen delen van het stroomgebied weer geschikt gemaakt worden voor verdwenen en bedreigde vissoorten.

Vermits de rivieren in het stroomgebiedsdistrict van de Schelde laaglandrivieren zijn, worden deze door gebrek aan o.m. zuurstoftoevoer, blootgesteld aan periodes van vissterfte.


Oorzaken voor de afname en verdwijning van vissen

Belangrijke oorzaken voor de afname en het verdwijnen van migrerende vissoorten in de Schelde zijn:
  • de fysieke barrières in de rivier die het migreren onmogelijk gemaakt hebben voor vissen die stroomopwaarts en stroomafwaarts moeten trekken,


  • Inventaris van obstakels in het kader van Scaldwin in opdracht van DGO3-DCENN. Benedenbekkens Dender, Gete et Zenne, uitgevoerd door het Departement Biologie van de universiteit Notre-Dame de la Paix in Namen. Benedenbekkens Dijle, Escaut-Lys en Haine uitgevoerd door de Association momentanée Almadius-Profish.
    Bekijk de kaart online onder ‘Les eaux de surface’ - ‘Ouvrages et obstacles sur le réseau’

  • het verdwijnen of ongeschikt worden van de paai- en leefgebieden,
  • de visserij die op sommige soorten extra druk heeft gelegd (vooral stroomafwaarts),
  • ernstige achteruitgang van de waterkwaliteit en het leefmilieu (artificiële oevers, rechttrekken waterlopen,...).
De aanwezigheid van vis houdt rechtstreeks verband met de kwaliteit van het water en van de leefomgeving. Beperkende factoren zijn:
  • slechte fysico-chemische waterkwaliteit
  • eutrofiëring
  • erosie (vb. dichtslibbing)
Het betekent dat de huidige ecologische toestand van de vis in de meeste delen van het stroomgebied van de Schelde slecht of onvoldoende is.


Vismigratieknelpunten

Vismigratieknelpunten en een onvoldoende kwaliteit van de leefgebieden zijn de belangrijkste obstakels voor een beter visbestand. De belangrijkste vismigratieknelpunten zijn vooral drempels en stuwen, sluizen, waterkrachtcentrales, te klein gedimensioneerde duikers onder de weg en pompgemalen. Zij vragen als eerste om een oplossing omdat alleen dan paai- en opgroeigebieden weer bereikbaar zijn. Wanneer soorten helemaal verdwenen zijn, kan overwogen worden om deze opnieuw uit te zetten.
In aanloop naar acties is het nodig om op districtsniveau de verschillende knelpunten te inventariseren en te bepalen welke knelpunten prioritair moeten aangepakt worden. In de prioritering is het eveneens belangrijk om rekening te houden met het grensoverschrijdende karakter van de Schelde en haar zijrivieren, evenals met het specifieke karakter van bepaalde soorten zoals de paling.

Eén van de bestudeerde obstakels is de molen van Attre in Henegouwen. Aanleg van een vispassage met een lengte van 140 meter en een helling van 1%. De werken zijn nog niet begonnen.

De betrokken landen pasten ondertussen een aantal problematische kunstwerken zelf aan door vispassages of door - zoals al in Frankrijk gebeurde - het kunstwerk gewoon weg te halen.


Inventaris

Een algemene inventaris per land:
  • Voor de stroomopwaartse trek situeren de belangrijkste grensoverschrijdende knelpunten zich op Vlaams grondgebied en in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest. Het bovenstrooms districtsdeel is daardoor zeer moeilijk bereikbaar.
  • Diadrome 1 soorten zijn aanwezig in het Franse districtsdeel (op niet-grensoverschrijdende kustrivieren), ondanks het groot aantal migratieknelpunten.
  • Op de Nederlandse binnenwateren zijn ook veel knelpunten, maar grensoverschrijdend spelen ze geen rol.
  • In de Westerschelde zijn grote arealen aan opgroei- en leefgebied verloren gegaan (o.a. de Braakman en het Sloegebied).
Voor hun beleid om grensoverschrijdende ecologische corridors te maken zouden de lidstaten meer rekening moeten houden met grensoverschrijdende, vrije vismigratie. Voor goede grensoverschrijdende afstemming is het van belang dat er een goede informatie-uitwisseling is over innovatie en actuele ontwikkelingen.


Gebaseerd op de conclusies van het Masterplan Vis, opgemaakt in het kader van het SCALDWIN-project door de Internationale Scheldecommissie - Sandrine Dutrieux, Arnould Lefébure en David Dufour.
Meer informatie over SCALDWIN vind je op de webpagina www.scaldwin.org/front-page

Wil je meer weten over het visbestand van de Zeeschelde?
Download de opvolging van het visbestand in de Zeeschelde tot 2014 hier.



1 Diadrome vissen zijn vissen met trekgedrag van zee naar binnenwater en omgekeerd.


 
Terug naar de inhoudsopgave >