Tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen:
Vlaanderen is er klaar voor

2015, een belangrijke mijlpaal voor de waterbeheerplanning, nadert met rasse schreden. 2015 betekent het halen van de goede watertoestand of motiveren waarom daarvan wordt afgeweken. Het betekent ook het beschikbaar zijn van de tweede generatie¹ stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's) en de eerste overstromingsrisicobeheerplannen (ORBP's). Vlaanderen is er klaar voor en heeft op wetgevend vlak enkele belangrijke stappen gezet voor een sterkere, efficiëntere en coherentere waterbeheerplanning.

De overstromingsrisicobeheerplannen zijn onderdeel van de stroomgebied-beheerplannen

2015 nadert met rasse schreden
In 2009, bij de omzetting van de Europese Overstromingsrichtlijn, koos Vlaanderen er voor om de ORBP's te integreren in de SGBP's. Dat heeft zo zijn voordelen: een transparant en volwaardig integraal waterbeleid, afgestemde consultatie- en adviesrondes en duidelijkheid voor het publiek. Hiermee komt Vlaanderen expliciet tegemoet aan preambule 17 van de richtlijn die vraagt om de potentiële synergiën bij het opstellen van de SGBP's maximaal te benutten. Hoe Vlaanderen omgaat met preventie, bescherming en paraatheid in relatie tot het risico op overstromingen, vindt u dus in de SGBP's.

Kopers en huurders beter informeren

Risico's op schade door overstromingen verminderen: Vlaanderen informeert

De nieuwe SGBP's worden evenwel niet afgewacht om de overstromingsproblematiek verder aan te pakken. Eind 2010 werd Vlaanderen getroffen door ernstige watersnood. Een van de maatregelen die Vlaanderen naar aanleiding daarvan nam, is het invoeren van een informatieplicht waardoor kopers en huurders op zoek naar een woning of bouwgrond beter ingelicht worden over de eventuele ligging ervan in overstromingsgevoelig gebied. Ook werd de brochure 'overstromingsveilig bouwen en wonen' verspreid, met handige tips over hoe burgers hun woning kunnen beschermen tegen wateroverlast. Bij de brochure hoort een webanimatie die u kan raadplegen via www.integraalwaterbeleid.be.


Naar een vereenvoudigde planning
met meer flexibiliteit


De eerste generatie waterbeheerplannen werd gekenmerkt door een gelaagde structuur met stroomgebiedbeheerplannen, bekkenbeheerplannen en deelbekkenbeheerplannen. Het resultaat: meer dan 100 plannen en niet samenvallende openbare onderzoeken.
In een decreetsaanpassing², die principieel goedgekeurd werd door de Vlaamse Regering op 20 juli 2012, wordt de planning in elkaar geschoven. Hierdoor worden de stroomgebiedbeheerplannen aangevuld met bekkenspecifieke delen (die de bekken en -deelbekkenbeheerplannen vervangen) en grondwatersysteemspecifieke delen.
Hiermee gaat Vlaanderen voor duidelijkere processen, minder planlast en een betere afstemming tussen de verschillende niveaus van het watersysteem.


De stroomgebiedsdistricten van Schelde en Maas met de 11 bekkens en de voornaamste waterlopen


Tweede generatie waterbeheerplannen in volle voorbereiding

De komende maanden wordt de laatste hand gelegd aan een aantal voorbereidende documenten voor de stroomgebiedbeheerplannen:
  • het tijdschema en werkprogramma met de stappen op weg naar de volgende stroomgebiedbeheerplannen en de inspraakmogelijkheden hierbij. Het document geeft ook duiding bij een aantal lopende processen die belangrijk zijn voor de volgende stroomgebiedbeheerplannen, zoals de Europese 'Blueprint to safeguard Europe's waters³';
  • de waterbeheerkwesties4 (geïntegreerd in de waterbeleidsnota5) zijn de grote thema's waardoor de Vlaamse wateren het risico lopen de goede toestand niet te halen;
  • het kennisgevingsdocument voor de milieubeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen (Milieu Effecten Rapportage - integratiespoor6).
Deze documenten zullen in openbaar onderzoek liggen van 19 december 2012 tot 18 juni 2013 in de Vlaamse gemeentehuizen en via www.volvanwater.be.

De waterbeheerplannen in Vlaanderen worden voorbereid door de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW), het overlegplatform van diverse beleidsdomeinen en bestuursniveaus die bij het waterbeleid betrokken zijn. De CIW is de bevoegde autoriteit in Vlaanderen voor de uitvoering van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. Meer informatie over de CIW en over het integraal waterbeleid in Vlaanderen vindt u op www.integraalwaterbeleid.be.


1 In oktober 2010 stelde de Vlaamse Regering de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas vast. Deze plannen volgen een zesjarige planningscyclus.
2 Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
3 De 'Blauwdruk ter bescherming van Europa's water' zal de uitvoering en de resultaten van het EU-waterbeleid, alsmede de lacunes en tekortkomingen aangeven. Op basis van deze analyse zal de Blauwdruk acties identificeren om het waterbeleid te versterken en om de voortdurende kwetsbaarheid van het watersysteem aan te pakken.
4 De waterbeheerkwesties in Vlaanderen voor de eerste generatie waterbeheerplannen waren: (1) De toestand van het oppervlaktewater beschermen en verbeteren, (2) De kwaliteit van het grondwater beschermen en verbeteren, (3) De watervoorraden duurzaam beheren, (4) Wateroverlast en watertekort in samenhang aanpakken en (5) Verstandig investeren.
5 In de waterbeleidsnota zet de Vlaamse Regering haar visie uiteen op het waterbeleid in Vlaanderen. De eerste waterbeleidsnota van de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 8 april 2005 en gaat in op waterkwaliteit, het duurzaam watergebruik, de beheersing van de wateroverlast, de beheersing van de sedimenttoevoer naar de waterlopen en het herstel van de ecosystemen in en rond het water en in waterrijke gebieden. De waterbeleidsnota zorgt ook voor afstemming van het waterbeleid met andere beleidsplannen van het Vlaamse Gewest, zoals het Milieubeleidsplan, het Mobiliteitsplan en het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen.
6 Milieueffectrapportage (afkorting m.e.r.) behelst het in beeld brengen van de milieugevolgen van een besluit voordat het besluit wordt genomen. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in het milieueffectrapport (MER). Een wettelijk vereist rapport waarin, voordat een bepaald project uitgevoerd wordt, de gevolgen (effecten) voor ons milieu worden berekend en beschreven. Als de MER negatief uitvalt, kan een plan uitgesteld worden of het moet worden veranderd. Het integratiespoor voorziet het inbouwen van de onderdelen van de milieueffectrapportage in het formele planningsproces voor een plan.



Auteur: VMM, CIW secretariaat

Terug naar de inhoudsopgave >>


 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>