VLAANDEREN: De Boven-Schelde, aangepast aan de noden van de mens

Portret van een grensoverschrijdende waterloop

De Boven-Schelde ontspringt in Noord-Frankrijk op het plateau van Saint-Quentin, 95 m boven de zeespiegel. Het is een klein bronriviertje, dat eerst een beekje vormt en gevoed wordt door andere beken en zijrivieren en door de regen. Vanaf Cambrai is de Boven-Schelde gekanaliseerd. Haar lengte bedraagt 190 km, waarvan 32 km op Waals en 50 km op Vlaams grondgebied. De Boven-Schelde is het deel van de Schelde dat niet rechtstreeks in verbinding staat met de zee, de getijden worden namelijk tegengehouden door de sluis in Merelbeke (Gent). Om vanaf Gent naar de zee te stromen kan het water op verschillende manieren zijn weg kiezen: via de Zeeschelde, het Kanaal Gent-Terneuzen, het Kanaal Gent-Brugge-Oostende of het Afleidingskanaal van de Leie.
In het Boven-Scheldebekken wonen meer dan 2 miljoen mensen. De grootste oppervlakte van het bekken van de Boven-Schelde ligt in Frankrijk, het tweede grootste in Wallonië, het kleinste in Vlaanderen. Het Kanaal Bossuit-Kortrijk verbindt de Boven-Schelde met de Leie. Het Spierekanaal verbindt de Boven-Schelde (via Wallonië) met de de Deûle (Leiebekken) in Frankrijk.

De Boven-Schelde is van nature een typische vlakland-regenrivier. Een hevige regenbui kan een sterke maar kortstondige was met een hoog debiet veroorzaken. Door middel van stuwen wordt de Boven-Schelde in panden ingedeeld en wordt het waterpeil op een constant peil gehouden. Deze ingestelde peilen houden rekening met enerzijds de scheepvaart en anderzijds de beveiliging van de aangelanden tegen overstromingen. Naast de stuwen is een sluis aanwezig om de scheepvaart doorgang te laten vinden. Enkel tijdens hoogwaterafvoer worden de stuwen volledig geopend en ontstaat er een vrije afstroming. Het gemiddelde verval op de Boven-Schelde is 50 cm/km.
Het landschap bestaat uit weiden, hooilanden, populierenbossen, knotwilgrijen en allerhande water: de stroom, afgesneden meanders, vijvers, moerassen, poelen en plassen. Interessant in elk seizoen.



Een rivier met vele functies


Zoals zovele waterlopen vervult de Boven-Schelde verscheidene functies, die niet altijd gemakkelijk te verenigen zijn. Meer dan een eeuw gebeurde de inrichting en het beheer van de rivier vnl. in functie van de scheepvaart, de afvoer van oppervlaktewater (om overstromingen te voorkomen) en de afvoer van huishoudelijk en industrieel afvalwater. Desondanks heeft de rivier nu een enorm belangrijke ecologische, landschappelijke en sociale functie. Recent kwam daar terug de drinkwatervoorziening bij.

De Boven-Schelde is al eeuwen een belangrijke transportas. Doornik vroeg al in de 6de eeuw douanerechten. Oorspronkelijk zag de Boven-Schelde er totaal anders uit. Met een diepgang van soms minder dan 1 m en haar vele meanders en zandbanken was de Boven-Schelde geen gemakkelijke rivier om te bevaren. Maar vanaf de 15de eeuw paste men de rivier aan voor de scheepvaart. Ze werd rechtgetrokken en gekalibreerd en haar oevers werden verstrekt met stenen of zelfs gebetonneerd. Voor het transport op de binnenwateren is de Boven-Schelde nu de belangrijkste rivier die de Frans-Belgische grens passeert, belangrijker dan de Leie, de Maas of de Samber.
In 2009 kende het goederenvervoer op de Boven-Schelde door de economische crisis een terugval tot 9.436.654 ton (daling met 10,52%).
De aanpassingen aan de rivier voor de scheepvaart gingen gepaard met het verlies aan natuurlijke habitats en een slechter wordende waterkwaliteit, waardoor de ecologische rijkdom van de rivier enorm achteruit ging.
In de meest gedegradeerde delen langs de Boven-Schelde stroomt de rivier binnen een strak keurslijf van dijken en betonnen oevers, die overstromingen vanuit de rivier weren. Hierdoor ging de natuurlijke kombergingsfunctie van de vallei grotendeels verloren. De waterkwaliteit is matig tot slecht, waardoor het waterleven sterk gereduceerd is. Door de lage waterpeilen in de meeste grachten en intensieve bemalingen, verdwenen vele vochtminnende soorten. De typische dotterbloemgraslanden en natte meersen zijn op veel plaatsen tot soortenarmere cultuurgraslanden gedegradeerd, iets hoger gelegen graslanden werden lokaal ook omgezet tot akkers. Andere typische vallei-ecotopen zoals moeras en alluviaal bos komen slechts voor onder de vorm van kleine relicten.
Gelukkig bleven vele valleidelen gespaard van bebouwing zodat de Boven-Schelde(vallei) een potentie voor natuurherstel bezit. Vooral de afgesneden meanders bezitten nog een hoge natuurwaarde. De diversiteit aan habitats is in die meanders veel groter dan in de rivier zelf.

Gedurende jaren waren de waterwegbeheerders zich niet bewust van de ecologische waarde van de meanders. Ze werden vaak gebruikt als stortplaats voor baggerslib of afgegraven aarde van infrastructuurwerken en staan ook ecologisch onder druk door o.a. lozingen van verontreinigd water, mest- en pesticideninspoelingen. Vandaag wordt hun beheer steeds meer toevertrouwd aan of gerealiseerd in samenwerking met de milieuadministraties (ANB, VMM, INBO, …), de gemeenten of de natuurreservaten. Dit beheer beoogt het behoud en de ontwikkeling van de ecologische waarde van die unieke sites.



Stuwen op de Boven-Schelde ontdubbeld

De afdeling Bovenschelde van de Vlaamse waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV, vernieuwt en ontdubbelt de stuwen van Oudenaarde, Asper en Kerhove. Dit project past in de waterbeheersing in het Scheldebekken.
De bestaande stuwen dateren al van 1922 en zijn wegens slijtage dringend aan vervanging toe. Dit zijn stuwen met slechts één stuwopening, wat niet ideaal is voor de bedrijfszekerheid. Daarom werd ervoor gekozen om de nieuwe stuwen te voorzien van twee openingen, enerzijds omdat het van groot belang is dat de scheepvaart niet onderbroken wordt. Anderzijds moet, bij defect van één stuw, de overblijvende stuw in staat zijn het volledige debiet af te voeren.
De werken in Oudenaarde werden al volledig beëindigd. In Asper zullen ze tijdens de komende maanden afgerond worden. De werken in Kerkhove worden nog in 2010 aanbesteed.
Vermeldenswaardig is nog de realisatie van visnevengeulen ter hoogte van deze nieuwe stuwen: voor de opwaarts migrerende vissoorten biedt dit de mogelijkheid om de hindernis die het stuw-sluiscomplex vormt, te overbruggen.
Op langere termijn worden ook de sluizen aangepakt, wat zal leiden tot een waterweg die bevaarbaar is voor schepen tot 2500 ton.



Bron: Persontmoeting W&Z afdeling Bovenschelde 12 maart 2010


Mieke De Leeuw

Terug naar de inhoudsopgave >>


 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>