VLAANDEREN: Introductie tot het luik rivierherstel Leie: een geïntegreerde aanpak

De Leie is van nature een overstromingsrivier met een meanderende loop (‘zomerbed’) in een brede alluviale vlakte (‘winterbed’) met, tot ongeveer de helft van de 20ste eeuw, een rijke natuur. Vooral door de rechttrekking en kanalisatie (1967 - 1983) ten behoeve van de scheepvaart en de waterbeheersing, de wijzigingen in de vallei (afsnijding en gedeeltelijke opvulling van meanders, ophoging en bebouwing van het winterbed, rechttrekking zijbeken, lagere waterpeilen e.d.) en bovendien een slechte waterkwaliteit, is de Leievallei op dit moment ecologisch gedegradeerd. De relatie tussen de oude loop en zijn vallei, en de nieuwe loop, is grotendeels verbroken. Er ontstond in de Leievallei een situatie met een ‘Leiekanaal’ en een groot aantal oude Leiemeanders.

Nadat het economisch nut van een verdere aanpassing naar klasse V was aangetoond, werd daarom besloten, voorafgaand aan de definitieve plannen, een geïntegreerde, gebiedsgerichte studie van de Leievallei uit te voeren. Behalve de aandachtspunten mobiliteit en veiligheid zouden daarbij ook de aspecten natuur en milieu, recreatie, landschap en historisch erfgoed aan bod komen, met de Leie als een ordenend element in een ruimtelijke omgeving. Voor dit luik van het plan Seine–Schelde werd de term ‘rivierherstel Leie’ gekozen.

Rivierherstel Leie omvat alle maatregelen die leiden tot herstel of tot versterking van de natuurlijke omstandigheden en processen die essentieel zijn voor het dynamisch evenwicht van het rivierecosysteem. Met rivierecosysteem wordt daarbij de nieuwe en oude loop van de Leie bedoeld, evenals de zijlopen, de alluviale vlakte en de infiltratiegebieden.

De gekozen methodiek van ‘Geïntegreerd Gebiedsgericht Beleid’ hield in dat in de loop van de studies allerlei betrokkenen of stakeholders werden geraadpleegd en dat diverse onderdelen van de studie tot stand kwamen op basis van het raadplegen van vele personen en instanties. Meer bepaald fungeerde het ambtelijke overlegorgaan van het Leiebekkencomité als stuurgroep en de plenaire vergadering van het Leiebekkencomité als klankbordgroep. Daarnaast bestonden er verschillende werkgroepen en werden een paar workshops georganiseerd.

Ondertussen werd ook de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Deze richtlijn liet toe het milieuaspect van rivierherstel Leie in een groter geheel te situeren. De Europese Kaderrichtlijn Water wil tegen een eerste mijlpaal, namelijk tegen eind 2015, dat rivieren zoals de Leie reeds een goed potentieel bereiken. Hiertoe zijn allerlei maatregelen opgenomen in de bekkenbeheerplannen. Latere mijlpalen zijn 2021 en 2027.

Het ‘Geïntegreerd Strategisch Plan Seine-Schelde / Rivierherstel Leie’ (2005) als uitkomst van de studie voorzag dan ook reeds een serie initiatieven die tegen eind 2015 moeten zijn afgerond en die in het bekkenbeheerplan van de Leie zijn opgenomen. Meer bepaald gaat het over het bouwen van natuurvriendelijke oevers, het bouwen van aansluitingen voor oude meanders aan de gekanaliseerde rivier of integratie van langs liggende oude beddingen, en het bouwen van vispassages aan de drie sluizen- en stuwencomplexen.
Tegen 2021 zouden ook de bestaande, aangeslibde meanders moeten gebaggerd zijn en tegen 2027 gedempte meanders weer uitgegraven.

De oude meanders bieden door hun beschermde ligging tegenover de scheepvaart en door hun gevarieerde vormen en dieptes ideale plaatsen voor de ontwikkeling van de typische fauna en flora gebonden aan een rivier. Door de integratie van de oude meanders in het watersysteem van de huidige, gekanaliseerde rivier wordt een hoger ecologisch potentieel van de ganse rivier bekomen, en dus de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water gerealiseerd.

Bovendien wordt een bijdrage geleverd aan het herstel van het rivierlandschap en wordt zodoende de vallei nog aantrekkelijker voor de recreant.

Ten slotte zullen de aansluitingsconstructies van een afsluitmechanisme worden voorzien, zodat wassen op de gekanaliseerde Leie kunnen worden afgetopt en geborgen in de meanders. Dat water kan dan nadien oordeelkundig worden aangewend voor allerlei nuttige doelen.

Naast maatregelen aan de nieuwe en oude Leieloop, bevat het plan ook maatregelen voor het herstel van de typische, natte riviernatuur in het historische winterbed, de Leiemeersen. Ondanks de vele wijzigingen in de vallei en van de waterpeilen, moet dit nog mogelijk zijn, zo wees een ecohydrologische studie uit. De laagst gelegen delen, die gespaard zijn van ophogingen, lenen zich hier uiteraard het best toe en kunnen zo meteen ook dienen om water te bergen, aansluitend op de riviermeanders. Binnen enkele jaren zie je bij uitvoering van de nodige inrichtingswerken, op verschillende plaatsen in de vallei opnieuw bloeiende hooilanden, moerasjes en waterpartijen verschijnen.

Rivierherstel biedt met zijn brede pakket aan maatregelen niet alleen kansen voor biodiversiteit, maar draagt bij aan een betere ruimtelijke kwaliteit in de Leievallei.

Bronnen:
Willem Van Crombrugge, projectleider Seine-Schelde, W&Z afdeling Bovenschelde;
Thomas Defoort, provinciaal directeur, ANB Oost-Vlaanderen.


>> Terug

 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>