|
||
Elke lente gaan leerlingen
van de lagere school en van het lager secundair aan boord van een ingerichte
boot voor een tocht op het Kanaal naar Charleroi. Dit gebeurt in het kader
van de milieueducatieve boottochten georganiseerd in Wallonië door de organisaties
Cours d'Eau en Grenzeloze Schelde. Tussen Ittre en Lembeek ontdekken de
kinderen de rol van deze waterweg in het verleden én vandaag. De
gedachte om de Maasvallei met de Scheldevallei te verbinden door een kunstmatige
waterloop is voor het eerst opgekomen in de 16de
eeuw. Het duurde echter tot de 19de
eeuw vooraleer het project concreet werd gerealiseerd door de aanleg van
het verbindingskanaal tussen Charleroi en Brussel. Dit kanaal, dat in
1832 in gebruik werd genomen, beantwoordde toen aan de behoeften van de
koolmijnen van Charleroi en van de streek van 'Le Centre', maar ook van
de steengroeven (o.a. Tubize, Quenast en Feluy) voor het goederentransport.
Een kanaal met talrijke facetten De vervoerde goederen zijn meer gevarieerd
dan in het verleden. We vermelden bijvoorbeeld de olie- en chemische producten
afkomstig van het petrochemisch industrieterrein van Feluy, ook het porfier
uit de steengroeve van Quenast dat stroomopwaarts van de sluis in Ittre
gelost wordt. Naast deze goederen zien de bewoners langs het kanaal schepen
voorbijvaren volgeladen met landbouwproducten, ijzerwaren, bouwmateriaal
of ook nog meststoffen. In de toekomst zal het vervoer langs de waterweg
nog aangemoedigd worden dankzij de aanleg van de gloednieuwe laad- en
loskade op de verlaten site van de vroegere 'Forges de Clabecq'. Deze
kade is ook voorzien van een spoorwegverbinding. Guillaume de
Wouters |
||
Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom |