VISSTAND: uitkijken naar de elft

De Zeeschelde telt opnieuw een 54 vissoorten. Dat is het peil van 1900.
In het proefproject Lippenbroek evolueerde het visbestand op 2 jaar tijd van 7 naar 17 soorten!

Vissen kunnen beschouwd worden als gezond-heidsindicatoren voor de toestand van het Zeeschelde-ecosysteem. Zeevissen gebruiken de Zeeschelde stroomafwaarts Antwerpen als een kinderkamer: ze groeien er op tijdens de eerste maanden van hun leven. Voor riviervis blijft de kinderkamerfunctie van de Zeeschelde echter
sterk onderbenut.
Dijken hebben de relatie tussen de bedding en natuurlijke overstromingsgebieden, die fungeren als paaihabitat, doorbroken. Het verdwijnen van habitats als gevolg van deze rivierkundige ingrepen en ook de slechte waterkwaliteit zijn de belangrijkste oorzaken voor het verdwijnen van typische vissoorten die voorkomen in de traag stromende benedenlopen zoals de Zeeschelde. Vooral in de Boven-Zeeschelde (monding Rupel - Gent) is de situatie verre van optimaal.
Het aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden - die een regelmatige verbinding met de Schelde verzekeren - biedt echter mogelijkheden tot herstel van de rivierpopulaties. De habitatdiversiteit wordt immers door toevoegen van een overstromingsgebied groter, zodat een rijkere visfauna wordt vastgesteld. Overstroomde graslanden, zoals het Tielrode-broek, bieden bovendien paaimogelijkheden voor zoetwatervissen. Naast de verbetering van de structuurkwaliteit, dient de waterkwaliteit nog gevoelig te verbeteren: het blijft immers uitkijken naar de terugkeer van de elft, een haringachtige trekvis die hoge eisen stelt aan zijn milieu.

Tekst De visstand in de Schelde,
Jan Breine - Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (1100 kB) >>

Presentatie Visbestand in de Schelde,
Jan Breine - Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (21,6 MB) >>



Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom op: