header-left  
header-right facebook
  Nieuws nr. 72 - december 2015    
 
Onderwerp / Sujet Geadresseerden / Adressée à
(email-adressen scheiden door een komma / séparez les adresses e-mail par une virgule)

Meerlaagse Waterveiligheid in strijd tegen wateroverlast

Om overstromingen te voorkomen of eventuele overstromingen beter te beheersen werkt ook Vlaanderen aan een meerlaagse waterveiligheid. Die aanpak draait rond drie P’s: protectie, preventie en paraatheid. De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeheer (CIW) legt dit principe uit.

De voorbije jaren is in Vlaanderen stilaan het besef gegroeid dat de huidige protectieve beleidsstrategie van ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ van waterlopen stroomopwaarts van het getijgebied een sterke visie blijft, maar onvoldoende is om de huidige en toekomstige overstromingsrisico’s het hoofd te bieden. De combinatie van de kans op overstromingen en de schade die deze veroorzaken vormt de overstromingsrisico’s.
Binnen een integraal en duurzaam beleidskader worden in Vlaanderen zowel de oorzaken als de gevolgschade van overstromingen aangepakt.

In overeenstemming met de Overstromingsrichtlijn (ORL) werd hiervoor de visie van Meerlaagse Waterveiligheid (MLWV) ontwikkeld die tot doel heeft het overstromingsrisico tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te reduceren. De visie houdt een optimale mix in van protectieve, preventieve en paraatheidsverhogende maatregelen (3 P’s), waarbij alle actoren in het overstromingsrisicobeheer (waterbeheerders, ruimtelijke ordening, crisisdiensten, de verzekeringssector en burger) een duidelijke verantwoordelijkheid opnemen en samenwerken om het restrisico te reduceren. Via MLWV kan het (meerlaagse) overstromingsrisicobeheer van de toekomst in praktijk gebracht worden.

In uitvoering van de ORL werden overstromingsrisicobeheerdoelstellingen (ORBD’s) opgesteld. Daarbij wordt gestreefd naar een duurzame vermindering van de overstromingsrisico’s volgens de principes van de MLWV door het uitvoeren van een optimale mix van maatregelen volgens de 3P’s en rekening houdend met kostenbatenefficiëntie en autonome ontwikkeling ten gevolge van het veranderende klimaat en landgebruik. De Meerlaagse Waterveiligheid omvat de visie, de methode en het proces om de ORBD’s te realiseren.


Protectie

Protectieve maatregelen werken in op de kans op overstromingen. Het overstromingsbeheer van vroeger was volledig gericht op het uitvoeren van protectieve maatregelen en omvat de klassieke beschermingsmaatregelen zoals dijken, wachtbekkens, verbredingen, rechttrekkingen, enz.

In de laatste decennia ontstond de evolutie naar de drietrapsstrategie ‘vasthouden-bergen-afvoeren’. Daarbij wordt eerst gefocust op hergebruik, infiltratie en vertraagde afvoer (denk aan de vernieuwde hemelwaterverordening, het hemelwaterplan, …), vervolgens op bergen in valleigebied (in overstromingsgebieden, via hermeandering,…) en dan pas op afvoeren. Ook erosiebestrijdingsmaatregelen zijn belangrijke maatregelen om water en sediment beter ter plekke vast te houden en om de bestaande bergingscapaciteit te behouden.

Het concept van ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ blijft één van de pijlers voor het waterkwantiteitsbeheer van waterlopen opwaarts van het getijgebied in Vlaanderen. Ook het bouwen van infrastructuur zoals stuwen, pompstations, dijklichamen, strandsuppleties, zeedijken kan een kostenefficiënte maatregel zijn in de beheersing van de overstromingskansen. Door het gebruik van intelligente sturingssystemen wordt deze infrastructuur geoptimaliseerd.


Preventie

In vele gebieden in Vlaanderen botst de zoektocht naar extra ruimte voor water op zijn fysische grenzen of zijn er geen kosten-efficiënte protectieve maatregelen meer mogelijk. Bovendien is er altijd de kans op ‘een grotere storm’, waar de bestaande bescherming geen antwoord op heeft, en die leidt tot een opwaartse spiraal van overstromingsrisico en bescherming als alleen maar protectief gewerkt wordt.

Er is dus nood aan een tweede laag met preventieve maatregelen die structureel inwerken op de gevolgschade van overstromingen. Dit kan via het vrijwaren van bepaalde gebieden van bebouwing (bv. door herbestemmingen al dan niet in combinatie met planologische ruil, bestemmings- en/of gebruikersruil, door het opleggen van erfdienstbaarheden tot openbaar nut,…), door nieuwbouw overstromingsbestendig te ontwerpen of door de bestaande bebouwing overstromingsbestendig te verbouwen (bv. met behulp van het plaatsen van schotten) zodat het water niet binnenstroomt.
Wanneer we bij de start van ruimtelijke ontwikkelingen rekening houden met de ruimtevraag van water, is het vaak eenvoudiger om die ruimte op een kwalitatieve en multifunctionele manier in een project te integreren. De preventieve en anticiperende aanpak van toekomstige ontwikkelingen in signaalgebieden, zorgt ervoor dat het huidige waterbergend vermogen minstens behouden blijft.
Via het preventieve instrument van de watertoets worden schadelijke effecten (o.a. schade door overstromingen en schadelijke impact op overstromingskans) van nieuwe plannen, programma’s en vergunningen vermeden door het opleggen van gepaste maatregelen (bv. overstromingsveilige vloerpeilen) of het niet toestaan van nieuwe ontwikkelingen.

Met preventieve maatregelen bouwt men aan een veerkrachtige ruimte voor water, die het hoofd kan bieden aan de uitdagingen van klimaatveranderingen en bevolkingstoename.


Paraatheid

Ook een sterke parate respons heeft tot gevolg dat de actuele gevolgschade door overstromingen kan worden beperkt.
Voorspellingssystemen voor overstromingen waarschuwen tijdig voor nakend onheil zodat burgers en hulp- en crisisdiensten proactief kunnen handelen en ook bewustwordingscampagnes en de watertoets verhogen de weerbaarheid van de bevolking. Verder zijn er nog verschillende elementen die bijdragen tot een hogere paraatheid, zoals de noodplannen van de hulpdiensten, calamiteitsoefeningen,...


Gedeelde verantwoordelijkheid

De keuze voor een optimale mix van maatregelen uit de 3 P’s voor de beheersing van de overstromingsrisico’s houdt een keuze in van een meerlaagse en gedeelde verantwoordelijkheid. Lokale besturen, waterbeheerders, ruimtelijke ordening, crisisdiensten, de verzekeringssector en de burger moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en hun taak om een efficiënt risicobeheer te vervullen.

De waterbeheerders dragen een grote verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de nodige protectieve maatregelen, ruimtelijke ordening kan de ruimtezoektocht hiervoor faciliteren.

Preventieve maatregelen vallen onder de gedeelde verantwoordelijkheid van lokale besturen, ruimtelijke ordening, waterbeheerders en burgers. De crisisdiensten, de burger en de waterbeheerder dienen de nodige inspanningen te leveren om de parate respons en veerkracht aan de dag te leggen en een groeiend bewustzijn te realiseren.

Ondanks alle inspanningen zal er altijd een restrisico blijven. Hierbij draagt de verzekeringssector een verantwoordelijkheid in het afstemmen van de premies op het te verzekeren restrisico. Dit kan een stimulans betekenen voor de overige verantwoordelijken in de MLWV om de noodzakelijke individuele risicobeheersings-maatregelen uit te voeren en zo het restrisico zo laag mogelijk te houden.

De transitie naar een meerlaagse waterveiligheid is een proces dat meerdere jaren (cycli van de stroomgebiedbeheerplannen) en decennia duurt en kan enkel gerealiseerd worden door in te zetten op maatschappelijk debat, overleg en verregaande samenwerking en consensus.

Bovenstaande tekst kan je ook downloaden op de site van de CIW.


Na de zware overstromingen van november 2010 voerde de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeheer (CIW) een evaluatie uit van de overstromingen en het beleid ter zake. Dit resulteerde in het document 'Globale CIW-evaluatie overstromingen november 2010'. Op 7 juli 2011 nam het Vlaams Parlement een resolutie aan om wateroverlast in de toekomst beter te vermijden.
In juli 2015 rapporteerde het CIW een vierde keer over de aanpak van de wateroverlast, maar dit maal geënt op de principes van meerlaagse waterveiligheid. Het rapport beschrijft de belangrijkste initiatieven die in 2015 genomen zijn in het kader van preventie, protectie en paraatheid en in het kader van het omgaan met restrisico’s.


 
Terug naar de inhoudsopgave >