Onderwerp / Sujet Geadresseerden / Adressée à
(email-adressen scheiden door een komma / séparez les adresses e-mail par une virgule)

Waterkwaliteit in het stroomgebied van de Dender

In Europa zijn de stromen en rivieren ingedeeld in hydrografische districten, verder onderverdeeld in deelbekkens en waterlichamen. Het stroomgebied van de Dender maakt deel uit van het hydrografisch Scheldedistrict.

De Dender ontstaat in Ath, waar Oostelijke Dender, Westelijke Dender en Kanaal Blaton-Ath samenkomen. Ze stroomt Vlaanderen binnen in Geraardsbergen en mondt in Dendermonde uit in de Zeeschelde. Het stroomgebied van de Dender is volledig gelegen in België. De totale oppervlakte beslaat 1 381 km² (673 km² in Wallonië en 708 km² in Vlaanderen). Het gebied strekt zicht uit over de provincies Henegouwen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen.

Om een artikel te kunnen schrijven over een rivier die verschillende Belgische gewesten doorkruist hebben we beroep moeten doen op de resultaten van twee instellingen. Voor Wallonië hebben we informatie over de waterkwaliteit van het Waals deelbekken van de Dender verkregen van de bevoegde Waalse administratie - DGARNE 1. In Vlaanderen hebben we de nodige informatie van de VMM 2 verkregen.


Het water van de Dender is in vergelijking met 25 jaar geleden spectaculair verbeterd, maar de ‘goede toestand’ is nog veraf - Henk Maekelberghe

Op basis van meetgegevens voor de waterkwaliteit van 1989 tot 2013 wordt getracht de evolutie van de ecologische en chemische toestand van de Vlaamse Dender te duiden. Volgende de Europese Kaderrichtlijn Water (EKW) bepaalt de combinatie van deze twee indicatoren of we de toestand van een waterlichaam 3 als ‘goed’ mogen beschouwen. Van de gewestgrens in Geraardsbergen tot de monding in Dendermonde bestaat de Dender en zijn zijrivieren uit meerdere waterlichamen. Deze worden hier samen geëvalueerd. De waterkwaliteit is sinds de jaren negentig voor de meeste kwaliteitsnormen flink verbeterd, maar er zijn nog veel inspanningen nodig...

Regelgeving

Zeer belangrijk voor het waterbeheer is de Wet van 26 maart 1971 “op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging”, die het verontreinigen van water verbiedt, tenzij met een lozingsvergunning of door het lozen van huishoudelijk afvalwater. Minstens even belangrijk zijn de Europese Waterrichtlijnen en hun omzetting in Vlaamse regelgeving: er werden kwaliteitsdoelstellingen vastgesteld voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, zwemwater, viswater en schelpdierwater. Verder kwam er regelgeving omtrent gevaarlijke stoffen, de inzameling en behandeling van stedelijk afvalwater en nitraten (cf. Mestactieplannen).

Vlaanderen legde basiskwaliteitsnormen voor oppervlaktewater vast in 1987 en opnieuw in 1995. Deze normen leggen enkel waarden vast voor de fysico-chemie 4 van de waterkolom, met één buitenbeentje: de Belgische Biotische Index (BBI), gebaseerd op de aanwezigheid van macro-invertebraten.

In 2000 kwam de Europese Kaderrichtlijn Water (EKW), die het waterkwaliteitsbeheer in een stroomversnelling bracht. De aandacht verbreedde van water(kolom) naar het hele watersysteem via de introductie van het “waterlichaam” als beheerseenheid. Er wordt door de invoer van de EKW niet enkel meer gesteund op de fysio-chemie en de BBI, maar ook op de ecologische en chemische toestand van het waterlichaam. De chemische toestand van een waterlichaam wordt beoordeeld aan de hand van prioritaire chemische stoffen waarvoor een Europese kwaliteitsnorm bestaat. Hydromorfologische, biologische en fysisch-chemische kwaliteitselementen verklaren de ecologische toestand. Deze waterlichamen moeten ingedeeld worden op basis van categorie (rivier, meer, overgangswater) en type. De Dender werd onderverdeeld in meerdere waterlichamen. Die waterlichamen en hun milieunormen kunnen bekeken worden op deze website.

De Kaderrichtlijn legt voor oppervlaktewater de nadruk op biologische doelstellingen. De fysico-chemie wordt beschouwd als “ondersteunend” voor de biologie.

De nieuwe milieunormen zijn grotendeels type-specifiek. Vooral voor stikstof- en fosforverbindingen (“nutriënten” N en P) zijn de verschillen belangrijk voor bv. kleine beken, grote rivieren of brakke estuaria.

Op basis van de vastgelegde klassengrenzen beoordeelt men de ‘ecologische toestand’ van een waterlichaam als zeer goed, goed, matig, ontoereikend of slecht. De chemische toestand is goed of niet goed. De eindscore wordt bepaald door het laagste beoordelingsresultaat.


Ecologische toestand

Een zuurstofmeting is voor een oppervlaktewater wat een lichaamstemperatuurmeting is bij de mens: een eerste belangrijke gezondheidsindicator. Een voldoende hoge concentratie aan opgeloste zuurstof is van groot belang voor het leven in het water en speelt een belangrijke rol in zelfzuiverende processen. Hoe hoger de watertemperatuur, hoe minder zuurstof kan opgenomen worden door het water.

Het bepalen van het chemische zuurstofverbruik (CZV) en het biochemische zuurstofverbruik (BZV) laat toe eventuele zuurstoftekorten te verklaren. Meer informatie over waterkwaliteit en oorzaken van verontreiniging en verstoring is te vinden in het Milieurapport.

De concentratie aan opgeloste zuurstof in de Dender aan de gewestgrens zakte rond de jaren ‘90 vaak naar bijna 0 mg/l. Naar 2013 toe verdubbelde de gemiddelde concentratie. Zuurstofloosheid wordt niet meer gemeten en de milieunorm wordt niet meer overschreden.

De concentratie aan opgeloste zuurstof ter hoogte van Dendermonde verdubbelde ook in die periode en de afgelopen jaren zakten de metingen er niet meer onder 5 mg/l. Begin jaren negentig kwamen heel hoge concentraties aan biochemisch zuurstofverbruik voor: tot meer dan 100 mg/l aan de gewestgrens en ca. 60 mg/l aan de monding. Sinds eind jaren '90 is het BZV steeds lager dan de drempelwaarde van 5 mg/l.

De stijging van de zuurstofconcentratie en de daling van het biochemisch zuurstofverbruik zijn te wijten aan de sanering van huishoudelijke en industriële lozingen, zowel in Wallonië als in Vlaanderen. Een gezondere waterkwaliteit komt het zelfzuiverend vermogen van de rivier ten goede.

Eutrofiëring is het overmatig aanwezig zijn van plantennutriënten, zoals stikstof- en fosforverbindingen, waardoor het plantaardig leven in een waterloop (bv. hogere waterplanten en voornamelijk microscopische wieren) zich explosief kan ontwikkelen. Fosfor is de meest sturende stof voor de eutrofiëring van de meeste rivieren. Eutrofiëring heeft tal van directe en indirecte (negatieve) effecten.

De concentratie aan ammoniakale stikstof (NH4+) bereikte in '89/'91 maxima van 45 mg N/l aan de gewestgrens en meer dan 25 mg/l ter hoogte van Dendermonde. Na 2000 daalde de concentratie op beide plaatsen tot minder dan 2 mg N/l (van zeer slecht naar goed).

De nitraatconcentratie daarentegen kende maar weinig evolutie in de afgelopen decennia en schommelde recent tussen 2 en 4 mg N/l (goede toestand).

De stikstoftoestand is ‘matig’, zowel aan de gewestgrens als aan de monding.

Totaal fosfor vertoonde in '89/'90 maxima rond 7 mg P/l zowel aan de gewestgrens als ter hoogte van Dendermonde. Na 2000 schommelt de concentratie rond 0,5 mg P/l (ontoereikend) aan de monding en is doorgaans < 1 mg P/ aan de gewestgrens (ontoereikend), maar occasioneel komen hogere pieken voor. Zomergemiddelde concentraties hoger dan 0,7 mg P/l komen overeen met een slechte toestand.

Naast de bovenstaande fysisch-chemische kwaliteitselementen bepalen biologische kwaliteitselementen mee de ecologische toestand van een waterlichaam. De VMM beschikt over lange meetreeksen voor de Belgische Biotische Index (BBI), een beoordelingsmethode op basis van de af-/aanwezigheid van ongewervelden.

Aan de gewestgrens steeg de BBI van 2 in '89 naar 7 in '13 (van zeer slecht naar goed), ter hoogte van Dendermonde evolueerde de index van 1 in '89 naar 5 vanaf het jaar 2004 (van zeer slecht naar matig). Volgens de nieuwe, strengere naar kaderrichtlijn-conforme index MMIF 5, scoort de Dender echter matig aan de gewestgrens en ontoereikend aan de monding.

De visindex scoorde “matig” in 2011. Hogere waterplanten monitoren is niet relevant voor de Dender omwille van de oeverversteviging ten bate van de scheepvaart. De toestand voor fytoplankton 6 is slecht. Voor fytobenthos 7 scoort de Dender matig tot goed.


Chemische toestand

Gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater vormden en vormen ook voor de Dender een bedreiging.
In het verleden was de Waalse Dender sterk verontreinigd met een aantal zware metalen, wat uiteraard effect had op de water- en waterbodemkwaliteit stroomafwaarts.

Zeer grote verbeteringen werden gemeten voor cadmium en lood. Tot begin de jaren 2000 kwamen aan de gewestgrens nog pieken van meer dan 10 mg cadmium per liter voor, terwijl ter hoogte van Dendermonde het maximum nooit meer dan 4 mg/l bedroeg. Onderweg werd blijkbaar veel cadmium vastgelegd in de waterbodem. De milieunorm wordt op beide trajecten gerespecteerd.

Vanaf 2005 blijft de loodconcentratie doorgaans onder 5 mg/l, maar af en toe komen aan de monding toch nog pieken van tientallen mg/l voor. Aan de gewestgrens komen de pieken frequenter voor en zijn ze ook hoger. De milieunorm wordt op beide trajecten gerespecteerd.

Het verbod op sommige pesticiden heeft voor de Dender een zeer gunstig effect gehad. Dit is bv. het geval voor het insecticide lindaan dat de afgelopen jaren nauwelijks nog aangetroffen werd, terwijl vroeger aan de gewestgrens relatief zeer hoge concentraties voorkwamen (zelfs meer dan 300 mg/l). Ook het herbicide diuron is vanaf 2005 bijna verdwenen uit de Dender. Toegelaten bestrijdingsmiddelen, zoals het herbicide flufenacet, komen daarentegen wel nog voor in het Denderwater. Voor dit pesticide is echter nog geen norm bepaald.

Een duidelijke beoordeling van de toestand van enkele waterlichamen van de Dender vindt u hier, gerangschikt per oppervlaktewaterlichaam.


Ecologische toestand van waterlichamen. Dender centraal in lichtgroen.
(klik op de kaart om een pdf te openen aan A4-formaat)



De waterkwaliteit van Waalse Dender - Jérôme Delvaux

In wat voorafging heeft u kennis kunnen maken met de parameter die de waterkwaliteit van een waterlichaam bepalen. Wij hebben hieronder voor u kort de toestand van het Waalse deel van de Dender samengevat. Het volledig artikel is (in het Frans) beschikbaar.


Evaluatie van de waterkwaliteit

Ecologische toestand

De ecologische toestand van de waterlichamen, waaruit het deelbekken van de Waalse Dender bestaat, varieert volgens de monitoringsresultaten van de oppervlaktewaterkwaliteit tussen slecht en goed. Het kanaal Blaton-Ath is bijvoorbeeld van goede kwaliteit. Terwijl de waterkwaliteit van de Marke en de Oostelijke Dender als slecht wordt beschouwd, de Westelijke Dender als ontoereikend en de ‘Rieu de Trimpont’ als matig.

Biologie – Belgisch Biotische Index

Voor de biologische parameter worden de populaties van macroinvertebraten, diatomeeën, vissen en macrofyten, aanwezig in de rivier, bestudeerd. De waarnemingen voor de verschillende waterlichamen situeren zich hiervoor ook tussen een slechte en middelmatige kwaliteit.

Fysico-chemie

Globaal gezien varieert de fysio-chemische toestand tussen goed (voor de Marke) en slecht. Deze resultaten zijn voornamelijk te wijten aan de overschrijding van het stikstofgehalte, het fosforgehalte of de opgeloste zuurstof.

Chemie

De chemische kwaliteit van de waterlichamen van het Waals deelbekken van de Dender is niet goed. De stoffen verantwoordelijk voor deze lage klassering zijn onder andere de pesticiden (diuron, isoproturon) of de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).


Maatregelen die worden genomen ter verbetering van de kwaliteit van de waterlopen

Sinds enkele jaren zijn verschillende acties ondernomen in Wallonië om de waterkwaliteit van de waterlopen te verbeteren. De acties zijn gevarieerd. Het kan gaan van de behandeling van stedelijk afvalwater door de constructie van waterzuiveringsinstallaties, de sensibilisatie van landbouwers voor een beter gebruik van pesticiden of het opleggen van strikte lozingsnormen aan industrieën.
In de volgende jaren zal de toepassing van de stroomgebiedsbeheerplannen die in opmaak zijn, de waterkwaliteit van onze rivieren en kanalen nog verbeteren. Gezien de huidige toestand van de waterlichamen, is het waarschijnlijk dat het vooropgestelde doel van een goede toestand zal behaald worden tussen 2021 en 2027, afhankelijk van het waterlichaam.

Onze dank aan Jérôme Delvaux van het Waalse Departement voor Milieu en Water (Direction des eaux de surface du Service Public de Wallonie - DGARNE) voor de informatie voor dit artikel.


Besluit

Dankzij de sanering van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwaters is de vooruitgang van de kwaliteit van het Denderwater voor vele kwaliteitsparameters zeer groot, soms zelfs spectaculair! Dit geldt zowel voor het water dat Vlaanderen binnenstroomt uit Wallonië, als voor het Denderwater dat in de Schelde terecht komt.

Ondanks de verbeteringen wordt de ‘goede ecologische toestand' - zoals de Europese Kaderichtlijn het wil - globaal nog niet gehaald. De toestand 25 jaar geleden was dan ook zeer slecht.
Vooral de stikstofconcentraties en in nog sterkere mate de fosforconcentraties, wijken af van de normen. Er zijn nog veel inspanningen nodig om de verontreiniging en verstoring verder terug te dringen. De landbouw heeft in het Vlaamse deel van het Denderbekken een relatief kleine impact op de waterkwaliteit, maar de emissie van pesticiden is wel een aandachtspunt.

De Europese milieunormen voor de gevaarlijke stoffen worden, met uitzondering voor één stof, wel gehaald.


Bronnen:
- Le bassin de la Dendre: contrat de rivière Dendre.
- Informations sur la qualité des eaux du sous-bassin de la Dendre en Wallonie: Jérôme Delvaux du Service Public de Wallonie - DGARNE. Département de l’Environnement et de l’Eau, Direction des eaux de surface.
- Evolutie van de waterkwaliteit van de DENDER: een vergelijking van de situatie aan de gewestgrens (Geraardsbergen) en aan de monding (Dendermonde) in de periode 1989 - 2013 (o.b.v. meetgegevens van de VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ) - Henk Maekelberghe.


1 Direction Générale Opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement.
2 Vlaamse Milieumaatschappij.
3 Waterlichaam: hydrologische eenheid, gekenmerkt door uniformiteit zowel op vlak van watertype, status als menselijke belasting.
4 Fysico-chemie van een waterkolom beslaat: zuurstofhuishouding, zoutgehalte, zuurtegraad en nutriëntenconcentratie (nitraat & fosfaat).
5 MMIF: Voor de beoordeling van rivieren en meren conform de Europese kaderrichtlijn Water (KRW) werd de Multimetrische Macro-invertebratenindex Vlaanderen (MMIF) ontwikkeld. Die index gaat van dezelfde principes uit als de BBI maar is conform een aantal bijkomende vereisten van de KRW (o.a. typespecificiteit).
6 Fytoplankton (algen) bestaat uit vrij in het water zwevend, microscopisch klein, plantaardig materiaal. De concentratie en soort van deze organismen bepalen mede de ecologische kwaliteit van het water.
7 Fytobenthos is een verzamelnaam voor alle microscopische algen die vastgehecht leven op de bodem, op de oever of op waterplanten (kiezelwieren/diatomeeën).


Terug naar de inhoudsopgave >>


 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>