Onderwerp / Sujet Geadresseerden / Adressée à
(email-adressen scheiden door een komma / séparez les adresses e-mail par une virgule)

Wateroverlast, een probleem van de rivier of de riool?

Bij langdurige of hevige regenbuien, houden steeds meer mensen de adem in. Waterlopen treden vaker buiten hun oevers en ook riolen kunnen het water niet altijd voldoende afvoeren. De oorzaken van de toenemende wateroverlast zijn divers, maar onze ruimtelijke ordening en de toenemende klimaatverandering spelen duidelijk een rol.
Meer bebouwing betekent nog meer verharde oppervlakte, met nog minder kans tot infiltratie van het water in de bodem. Ook de klimaatverandering heeft een rechtstreekse invloed op de hoeveelheid water die in de waterlopen terecht komt. Tegenwoordig zijn onze winters natter dan vroeger, doordat er in verhouding meer neerslag valt over langere periodes. De zomerperiode is juist droger geworden. Er valt dan minder neerslag, maar de buien zijn wel een stuk intenser dan vroeger.

De ene overstroming is de andere niet: winter versus zomer

Driekwart van de gevallen van wateroverlast ontstaan door hevige regenbuien in de zomer. Een dergelijk zomers onweer is heel hevig en van korte duur. Het water dat op de vele verhardingen valt wordt via de riolering razendsnel afgevoerd naar lager gelegen riolen of waterlopen die de grote toevloed niet meer kunnen slikken. Het rioolwater, vermengd met regenwater, komt via de straatkolken op straat of via een overstort in een waterloop. Ook de waterlopen kunnen lokaal buiten hun oevers treden. In vergelijking met de overstromingen in de winter, blijft wateroverlast in de zomer meestal vrij lokaal.
In de winter ontstaat wateroverlast meestal door een continue en grote hoeveelheid neerslag. De buien zijn veel langer, maar minder hevig dan in de zomer. De waterstand in beken en rivieren is hoger. Wateroverlast in de winter is meestal het gevolg van een gebrek aan bergings- en afvoercapaciteit op de waterlopen.


Te veel oppervlaktewater

In feite weten we al heel lang dat we de natuur niet te veel mogen uitdagen. Regenwater kan je nu eenmaal niet tegenhouden. In eerste instantie moet je het zoveel mogelijk laten insijpelen in de bodem. Waterdoorlatende verhardingen zijn dus dringend nodig, zeker in steden.

Het water dat afvloeit via de oppervlakte, moeten we zoveel mogelijk 'vertragen'. Op die manier vermijden we dat er op een bepaald moment teveel water is op een bepaalde plaats. Vandaar de aanleg van regenwaterputten, groendaken en wachtbekkens, het opengooien van grachten, het herstellen van overstromingsgebieden in hun oorspronkelijke staat. Natuurlijk zijn dijken noodzakelijk, maar het is beter het water te verspreiden over een groter oppervlak. Er is dringend nood aan nieuwe buffercapaciteit bij parkings, wegen en verkavelingen. Bovendien moeten er meer overstromingsgebieden komen.

Wat vandaag een probleem lijkt - stadscentra beschermen tegen overstromingen - kunnen we ook aangrijpen als een reële kans voor de stad om de bodem van de bewoonde ruimten te herstructureren. Op die manier wordt samenleven met het water opnieuw mogelijk, het water krijgt zijn natuurlijke cyclus terug en wij kunnen genieten van de synergie tussen het water en de stad. De nieuwe rivier zal haar bron vinden op elke doorlatende bodem van de stad: daken, stoepen of wegennetten. Lees meer >>


Wateroverlast, een probleem van de rivier of de riool?

Gewone bui
Het overgrote aandeel van de rioolstelsels zijn van het gemengde type. Dat betekent dat ze zowel afval- als regenwater transporteren. Op die rioolstelsels zijn nooduitlaten voorzien – overstorten - die een deel van het water gecontroleerd in een beek of rivier lozen, als het rioolstelsel bij een hevige bui te vol geraakt.
In Vlaanderen mag, volgens de code van goede praktijk voor het ontwerp van een rioolstelsel, de riool een beperkt aantal keer per jaar overstorten. Slechts één keer om de vijf jaar mag het stelsel zo vol komen te zitten, dat het water een uitweg zoekt naar de straat.
In het Brussels en Waals Gewest blijken geen normen te bestaan voor aantal keer dat riolen mogen overstorten bij regenbuien.

Zomeronweders
Tegenwoordig doen er zich in de zomer vaker korte maar hevige onweders voor.
Die buien zorgen met grotere regelmaat dan één keer om de vijf jaar voor wateroverlast.
Dat komt omdat de capaciteit van het rioolstelsel berekend is op basis van historische neerslaggegevens, en niet op basis van het huidige veranderende neerslagpatroon.
In Vlaanderen wordt de Code van Goede Praktijk momenteel wel door de overheid herzien. Er ligt een voorstel op tafel om de rioolcapaciteit voor toekomstige investeringen zodanig te berekenen, dat het rioolstelsel statistisch gezien nog maar eens om de 20 jaar een bui niet kan verwerken.

Wateroverlast in de winter
Wateroverlast in de winter is meestal het gevolg van een gebrek aan bergings- en afvoercapaciteit op de waterlopen. In de winter is de waterstand in beken en rivieren sowieso hoger, doordat het over langere periodes regent dan in de zomer. Soms verhindert de hoge beekstand de werking van de nooduitlaten op de riool. Daardoor verhoogt de druk in het hele rioolstelsel, met als gevolg dat het water op verschillende plaatsen de straat op stroomt. Een bui die lang niet zo hevig is als een zomers onweer, kan bij hoge waterstanden dus toch voor aanzienlijke wateroverlast zorgen.
Na de overstromingen van november 2010 is gebleken dat o.a. in het Denderbekken en in het Zennebekken waterberging niet steeds voldoende is. Op kritieke ogenblikken is een versneld afvoeren langs de hoofdwaterloop in feite de enige efficiënte oplossing om wateroverlast te voorkomen.


Maatregelen inzake rioleringsaanpak

Maatregelen op de riolering zelf, zijn niet allemaal effectief in de strijd tegen wateroverlast.

Gescheiden rioolstelsels
De gescheiden rioleringsstelsels die tegenwoordig worden aangelegd, hebben als voordeel dat hemelwater en huishoudelijk afvalwater niet gemengd worden. Toch voorkomt het regenwater via een aparte buis afvoeren op zich geen wateroverlast. De afvoer via zo'n buis naar een waterloop, gaat immers behoorlijk snel.




Waterputten
Het regenwater opvangen in waterputten voor later hergebruik is goed voor de natuur, maar helpt ook niet substantieel tegen wateroverlast. Het debiet in de riolering vermindert hoogstens zozeer dat de noodoverlopen op het stelsel minder vaak werken. Dat is natuurlijk een goede zaak voor de fauna en flora in en rond de beek. Maar bij echt felle zomeronweders, is het volume dat niet naar de riolering afstroomt te klein om effectief te zijn tegen wateroverlast.

Infiltratie van regenwater
Bij infiltratie van regenwater in de bodem, zijn de volumes die niet naar de riolering afstromen wél significant. De insijpeling van hemelwater in de grond gaat véél trager dan de directe afstroming van de oppervlakte naar een waterloop, of de afvoer via een buis. Infiltratie is natuurlijk alleen mogelijk op plaatsen waar de grondwaterstand voldoende laag is en de grond goed doordringbaar is. Zelfs de afvoer via grachten heeft dan een zekere infiltrerende werking.


Buffering op de riolering
Buffering van water op riolering zelf is een optie die wel eens overwogen wordt, maar ze is duur en veelal weinig effectief. Ook de impact van 'bergbezinkingsbekkens' op het rioolstelsel, wordt vaak overschat als maatregel tegen wateroverlast. Bij buien die niet te zwaar zijn, vermindert dit soort bekkens wel de werking van de overstorten op de riolen. Het teveel aan rioolwater wordt dan tijdelijk geborgen in zo'n bekken, tot de waterstand in de riool weer laag genoeg is en het water in het bekken naar de zuiveringsinstallatie kan worden gevoerd. Maar als het om zeer hevige of langdurige buien gaat, zijn de volumes die in dit soort bekkens gebufferd worden, opnieuw te klein om echt significant te zijn in de strijd tegen wateroverlast.

In Brussel zet de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) stormbekkens met een grote opslagcapaciteit in in het kader van de strijd tegen overstromingen. Deze stormbekkens (ook spaarbekkens genoemd) hebben een regulerende rol en hebben als doel bij hevige regenval de overdruk van de collectoren weg te nemen en aldus overstromingen te vermijden. In de vallei van de Woluwe zijn er de stormbekkens van de Watermaelbeek (33.000 m³) en van de Rodebeek (40.000 m³), in de vallei van de Maalbeek zijn er de stormbekkens van Belliard (17.000 m³) en van Flagey (33.000 m³). In Laag Vorst is het stormbekken van Vorst (18.000 m³) bijna voltooid.


Wat brengt de toekomst?

Als gevolg van de klimaatveranderingen verwachten we 's winters gemiddeld gesproken meer regen. 's Zomers wordt het droger, maar als het regent, zal het intenser regenen. De extremen worden dus groter. Droogte als gevolg van een dalende grondwaterspiegel wordt een groot probleem.

In een dichtbebouwd land als België valt wateroverlast nooit helemaal te vermijden. We hebben de natuur in het verleden teveel uitgedaagd. Zo is de kwetsbaarheid van de stedelijke woongebieden ten opzichte van de onweersbuien gestegen als gevolg van omgevingsfactoren zoals de dichtheid van de bebouwing en de ondoordringbaarheid van de bodem.

Toch kunnen er binnen een integraal waterbeleid maatregelen genomen worden die het probleem verkleinen. De belangrijkste oplossing is ruimte geven aan water. Waterproblemen moeten ook gezamenlijk opgelost worden. Daarvoor is in 2007 een internationale coördinatie opgestart: de Overstromingsrichtlijn1 verplicht de Europese lidstaten het risico op overstromingen beter te kunnen inschatten en maatregelen te nemen om de schade te beperken.



1 De Overstromingsrichtlijn van 23 oktober 2007 moet ervoor zorgen dat de lidstaten het risico op overstromingen beter kunnen inschatten en dat ze maatregelen nemen om de schade te beperken. De richtlijn bouwt verder op de structuren en de plannen van de kaderrichtlijn Water. De Overstromingsrichtlijn verplicht de lidstaten te bekijken voor welke gebieden er een risico op wateroverlast bestaat. Voor deze gebieden zullen overstromingsrisicokaarten en beheerplannen opgesteld worden.

Bronnen:
Aquafin
Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB)


Terug naar de inhoudsopgave >>


 

Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom >>
Onderwerp / Sujet Geadresseerden / Adressée à
(email-adressen scheiden door een komma / séparez les adresses e-mail par une virgule)