Een schone Zenne in zicht?


De Zenne is nog steeds één van de belangrijkste vervuilers van de Schelde, maar hopelijk niet meer voor lang. De drie gewesten doen namelijk grote inspanningen om de waterzuivering uit te breiden. We verwachten in de komende jaren dan ook een gevoelige verbetering van de waterkwaliteit van de Zenne.

Even een stand van zaken:

Wallonië

Ter herinnering …

In het Waals Gewest wordt de Europese kaderrichtlijn Water omgezet in de 'Code de l'Eau' door middel van twee instrumenten:
1. de 15 waterzuiveringsplannen per hydrografisch deelbekken ('PASH'(1)) uitgewerkt door de Openbare Maatschappij voor Waterbeheer (SPGE(2)) om duidelijk te kunnen bepalen welke woning precies tot welk waterzuiveringsstelsel behoort (openbaar, individueel of overgangsstelsel);
2. het algemeen waterzuiveringsreglement (RGA(3)) dat de verplichtingen opsomt verbonden aan elk zuiveringsstelsel. (Voor een samenvatting, klik hier - Franstalig).

Nieuw…

Met betrekking tot het autonoom zuiveringsprogramma zijn nieuwe bepalingen in werking getreden vanaf januari 2007. De verplichting om de waterzuiveringsinfrastructuur conform te maken tegen 2009 werd opgegeven ten voordele van prioritaire acties in de zwemzones, de zones bestemd voor drinkwaterwinning en de risico-waterlichamen. In deze optiek worden studies uitgevoerd door de verschillende intercommunales teneinde de zuiveringsstelsels te bepalen die aangepast zijn aan de realiteit van het terrein. Deze onderzoeken zullen ook toelaten om de waterzuiveringsplannen per hydrografisch deelbekken (PASH) te preciseren (autonome individuele zuivering of autonome zuivering in cluster overgaand in collectieve zuivering) en de termijnen vast te leggen om de zuiveringsregeling conform te maken. Deze maatregelen werden genomen om de beste verhouding te verzekeren tussen 'milieuobjectieven en -investeringen'.



Copyright IDEA

In het deelbekken van de Zenne, werd de uitwerking van het saneringsplan toevertrouwd aan de erkende waterzuiveringsinstanties: IDEA(4), IBW(5) en IPALLE(6). Het waterzuiveringsplan van de Zenne geeft aan dat de collectieve zuivering bijna 90% van de bevolking vertegenwoordigt en dat zij hoofdzakelijk aangesloten is op rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) van 2.000 inwoners-equivalenten (IE)(7) en meer. Het aandeel van de autonome waterzuivering is dus vrij beperkt.

In totaal zijn er 38 RWZI's, waarvan er 6 op korte termijn gedeclasseerd dienen te worden. De meeste RWZI's van meer dan 2.000 IE bestaan reeds (Seneffe, Nivelles, Soignies, Braine-le-Comte, Tubize, Quenast, Saintes) of zijn in aanbouw (Rebecq), werden reeds aanbesteed (Vallée du Hain en Ecaussines) of zijn in fase van aanbesteding (Ittre, Feluy, Hennuyères, Oisquercq) volgens het investeringsprogramma 2005-2009 van de SPGE.

Het programma voor collectieve waterzuivering kleiner dan 2.000 IE werd goedgekeurd voor de periode 2006-2010. Het is op dit niveau dat het grootste deel van het werk nog moet gebeuren. Maar aangezien andere zones zoals Mons en La Louvière prioritair zijn ten opzichte van het Zennebekken, zullen de intercommunales daaraan voorrang moeten geven en zullen ze niet onmiddellijk de kleine RWZI's kunnen aanpakken.

In vergelijking met de situatie in juni 2006 (zie artikel in de Zennekrant nr. 6) werden de volgende werken gerealiseerd: bouw van de RWZI van Rebecq waarvan de inwerkingstelling voorzien is tegen de herfst 2007 - lente 2008 en de collectoren voor de RWZI's van Soignies-Biamont en Braine-le-Comte zodat deze op volle capaciteit kunnen draaien.

Wij vermelden nog de voortdurende juridische perikelen van de RWZI 'L'Orchis' in de Vallée du Hain. Het is de grootste zuiveringsinstallatie voorzien in het deelbekken (93.000 IE) en werd meer dan twee jaar geleden aanbesteed. Maar aangezien de RWZI aan de rand van een natuurreservaat ligt, sleept de vergunningsprocedure aan. Na de opschorting (en niet de vernietiging) van de enige stedenbouwkundige vergunning door de Raad van State op 30 november jl., heeft het Waals Gewest een nieuwe aanvraag ingediend zonder opnieuw te moeten passeren langs de procedures van openbaar onderzoek en effectenrapport. Ook al houdt het nieuw dossier rekening met de opmerkingen van de gerechtelijke instantie (o.a. onvoldoende argumenten om af te wijken van het gewestplan), toch is een hoger beroep vanwege milieuorganisaties of van de oeverbewoners zeer waarschijnlijk.
Om dit hoofdstuk af te sluiten, is het tenslotte belangrijk er op te wijzen dat waterzuiveringsinstallaties op zich niets vermogen. Er moeten ook nog rioleringen en collectoren aangelegd zijn en deze moeten aangesloten zijn op de RWZI's. Het is dus een werk van lange adem dat het Waals Gewest te wachten staat.

Brussel

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leverde ook vele inspanningen om aan de eisen van de Europese kaderrichtlijn Water te voldoen. Twee rioolwaterzuiveringsinstallaties, waarvan het effluent in de Zenne geloosd wordt, verdelen tegenwoordig de zuivering van het Gewest: de RWZI van Brussel-Zuid in werking sinds 2000 met een capaciteit van 360.000 IE en de gloednieuwe RWZI van Brussel-Noord met een capaciteit van 1.100.000 IE dat, na werken die meer dan 3 jaar duurden, in werking is getreden sinds maart laatstleden. De officiële opening zal echter niet voor september 2007 plaatsvinden. Dit heeft te maken met het feit dat nog enkele aanpassingen dienen te gebeuren, zoals de behandeling van het slib. Dit slib zal op termijn een nat oxidatieproces ondergaan dat alle geurhoudende moleculen vernietigt en een volledig gemineraliseerd eindproduct aflevert dat dan voor andere doeleinden kan ingezet worden.

Belangrijk om weten is dat de RWZI van Brussel-Noord wel is uitgerust voor de verwijdering van fosfor en stikstof, dit in tegenstelling tot de RWZI van Brussel-Zuid. Goed nieuws, want in het verleden waren de resultaten op dit vlak niet steeds om trots op te zijn. De nieuwe RWZI zou deze slechte resultaten moeten compenseren door een voorbeeldleerling te zijn in deze materie.

Blijft er nog een zorgenkind over, namelijk het aansluitingspercentage van riolen/collectoren op beide RWZI's. De 100% is nog niet bereikt, er zijn nog steeds rechtstreekse lozingen in de Zenne en haar bijrivieren. Hieraan ten volle tegemoetkomen is lang geen sinecure!

Voor meer informatie over de RWZI Brussel-Noord, surf naar www.aquiris.be.

Vlaanderen

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgt aan de hand van haar meetcampagne de evolutie van de impact van de RWZI's op. De zuiveringsinfrastructuur is echter nauwelijks uitgebouwd: slechts 20% van het huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd. De zuiveringsinstallaties van betekenis die in 2006 in het Zennebekken volledig operationeel waren, zijn die van Beersel (45.000 IE) en Sint-Pieters-Leeuw (37.000 IE). Vanaf volgende maand komt daar ook de RWZI Grimbergen-Zemst (90.000 IE) bij. Concreet betekent dit dat het afvalwater van een 275.000 inwoners uit het Zennebekken ongezuiverd in de Zenne wordt geloosd.

Toch is er hoop!

Een 226.000 inwoners van het Zennebekken (70%) zijn op termijn nog aansluitbaar op een RWZI (na volledige uitvoering van het totale rioleringsplan (TRP) door de gemeenten en van de laatste door het Vlaamse Gewest goedgekeurde Investeringsprogramma's). Voor circa 49.000 inwoners (14%) voorziet het TRP geen aansluiting.

Stand van zaken van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen:

Ten zuiden van Brussel

De RWZI van Sint-Pieters-Leeuw (37.000 IE) is zoals gepland begin oktober 2005 in werking getreden. Het is nu vooral een kwestie van zoveel mogelijk inwoners op deze installatie aan te sluiten. Hiervoor worden nu de nodige collectoren aangelegd. De plannen voor aanleg van collectoren zijn ongeveer klaar, verwacht wordt dat de aansluitingsgraad naar de toekomst toe sterk zal stijgen.


Copyright Aquafin
Beluchtingsbekken, loopbrug en unitank (waar biologische zuivering plaatsgrijpt) van de RWZI van Sint-Pieters-Leeuw


De kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties (KWZI's) van Negenmanneken (1975) en Vlezenbeek (1978) zijn voorlopig nog steeds actief. In de toekomst zullen deze twee kleinere RWZI's vervangen worden door een collector die aangesloten wordt op de installatie van Sint-Pieters-Leeuw. De twee collectoren Vlezenbeek zijn reeds gedeeltelijk aangelegd (fase 2), maar het laatste deel heeft ernstige vertraging opgelopen door besprekingen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er is intussen een definitief ontwerp, de bouwvergunningen zijn aangevraagd en er is hoop om snel de nodige vergunningen te krijgen, zodat de werken eind 2008 kunnen worden uitgevoerd.

Ook de KWZI van Lembeek (200 IE) zal verdwijnen. De vuilvracht van deze installatie zal door een pompstation en een persleiding Dokter Spitaelslaan aangesloten worden op de RWZI van Beersel (45.000 IE).
In Sint-Genesius-Rode is de collector Kwadebeek gepland, die zal aansluiten op de collector Dworp - die ook nog gepland is - en die Sint-Genesius-Rode en Dworp zal aansluiten op infrastructuur richting de RWZI van Beersel.

Zoals reeds vermeld, ontvangt ook de RWZI Brussel-Zuid een deel van het afvalwater van Vlaanderen.

Ten noorden van Brussel
De bouw van de RWZI van Brussel-Noord, die het afvalwater van ca. 90.000 Vlamingen uit de gemeenten Zaventem, Wezembeek-Oppem, Machelen, Kraainem, Dilbeek en delen van Asse zal zuiveren - in combinatie met het afvalwater van nagenoeg één miljoen Brusselaars - liet lang op zich wachten, maar de werken zijn intussen gestart en de installatie van 1.100.000 IE is sinds maart 2007 operationeel. De Woluwecollector sluit hier reeds op aan.

Het zuiveringsgebied Grimbergen deed aan een enorme inhaalbeweging: sinds juni 2007 is de RWZI Humbeek-Grimbergen (3.400 IE) gestart met proefdraaien. In juli volgt grote broer, de RWZI Grimbergen-Zemst (90.000 IE). Er wordt dan ook verwacht dat de werking van deze twee zuiveringsinstallaties een positieve invloed zal hebben op de waterkwaliteit van de Zenne stroomafwaarts Brussel.


Copyright Aquafin, foto's Jan Locus
RWZI Grimbergen-Zemst tijdens de werken

De KWZI van Zemst-Kesterbeek (350 IE) heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de ontvangende waterloop. Men kan stellen dat de KWZI zorgt voor een lichte verdunning van de door de Kesterbeek aangevoerde vuilvracht, want deze blijft sterk verontreinigd, met talrijke overschrijdingen van de basiskwaliteitsnormen.

Conclusie

De waterkwaliteit van de Zenne is in 2006 nog niet spectaculair verbeterd.
Stroomopwaarts de monding van de (verontreinigde) Zuunbeek en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de zuurstofhuishouding wel sinds het jaar 2000 geleidelijk verbeterd van een PIO-score(8) 'verontreinigd' naar 'matig verontreinigd'. Dankzij de ingebruikname van de RWZI Beersel en het aansluiten hierop van het centrum van Halle behoort in 2006 nu ook het traject tussen Halle en Lot tot deze klasse. Tot 2005 was dit traject nog verontreinigd door de lozingen van Halle.

Ten Zuiden van Brussel blijft er voor de Zenne nog een belangrijk knelpunt bestaan, nl. de collector Linkebeek die te Drogenbos in de Zenne loopt (i.p.v. aan te sluiten op de RWZI Brussel-Zuid) waardoor de waterkwaliteit daar plaatselijk slecht is. Parallel met de zuurstofhuishouding verbetert ten Zuiden van Brussel ook de biologische waterkwaliteit van de Zenne. Voor het tweede jaar op rij werd in 2006 te Lembeek een BBI(9) van 6 opgetekend (matige biologische kwaliteit), dankzij de aanwezigheid van verschillende soorten slakken, bloedzuigers, waterpissebedjes, platwormen, borstelwormen en larven van vliegen en muggen. Er zwemmen ook terug vissen (driedoornige stekelbaars) in de Zenne en op steeds meer plaatsen duiken waterplanten op (weliswaar nog het zeer tolerante schedefonteinkruid). Ook in Beersel en Ruisbroek werd in 2006 een matige biologische kwaliteit opgetekend. Elders blijft de biologische kwaliteit vooralsnog slecht.

Ten Noorden van Brussel is de kwaliteit in 2006 vergelijkbaar met die van de voorgaande jaren: de PIO scoort er 'verontreinigd' tot 'zwaar verontreinigd' en de biologische kwaliteit is overwegend zeer slecht (tot slecht). Verwacht wordt dat de inwerkingtreding van de RWZI Brussel-Noord hierin verandering zal brengen.

Elisabeth Taupinart en Mieke De Leeuw

Bronnen: Voor Wallonië: PASH du sous-bassin de la Senne, januari 2006
Met dank aan: Remy Frère van de SPGE, Isabelle Massart van IBW, Pascal Boreux van IDEA, David Pireaux van AED, Vincent Nuytemans en Ingrid Cattrel van Aquafin, Marleen Van Den Branden, Thierry Warmoes en Bram Haspeslagh van de VMM."

(1) Plans d'Assainissement par Sous-bassins Hydrographiques: hierin wordt vastgelegd hoe de waterzuivering georganiseerd is (collectief of individueel), waar de waterzuiveringsinstallaties moeten komen, evenals het tracé van de bestaande en nog aan te leggen riolen en collectoren.
(2) Société Publique de la Gestion de l'Eau : heeft als belangrijkste opdracht in te staan voor de coördinatie en de financiering van de watersector in Wallonië.
(3) Règlement Général d'Assainissement
(4) Intercommunale du Développement Economique et de l'Aménagement de la région Mons-Borinage-Centre
(5) Intercommunale du Brabant Wallon: Intercommunale van Waals-Brabant
(6)Intercommunale de Propreté Publique de la région du Hainaut occidental: Intercommunale van Openbare Netheid van de regio West-Henegouwen.
(7)Een inwoner-equivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert
(8) PIO: Prati-index voor zuurstofverzadiging. Deze index krijgt een slechte score bij lage zuurstofconcentraties, maar ook bij oververzadiging. Oververzadiging treedt immers op bij eutrofiëring - een verschijnsel dat de waterkwaliteit aantast.
(9) BBI: Belgische Biotische Index. Deze index steunt op de aan- of afwezigheid van macro-invertebraten in het water (= ongewervelden, zoals insectenlarven, weekdieren, kreeftachtigen, wormen, die met het blote oog waarneembaar zijn). De indexwaarde schommelt tussen 0 (zeer slechte kwaliteit) en 10 (zeer goede kwaliteit).

Terug naar de inhoud